Onderstaand verhaal kwam ons toe...
Ilse werd als voetganger overreden door een auto, toen ze een zebrapad overstak. Zebrapaden zijn in België alleen op de wegen geschilderd om de werkgelegenheid te bevorderen en hebben het ongewenst neveneffect dat voetgangers denken dat ze er voorrang kunnen krijgen. Een derde van de dodelijke ongevallen met voetgangers gebeurt in ons land op het zebrapad.
Met de vorige alinea probeer ik me in te leven in de redenering van de politie en het parket. Want de wetgever stelt duidelijk dat bij een ongeval tussen een auto en een "zwakke" weggebruiker, deze laatste alleen in het ongelijk kan worden gesteld als hij een onverschoonbare fout heeft gemaakt. Ten tweede moet een automobilist een zebrapad zo naderen dat hij tijdig kan stoppen voor een overstekende voetganger. Combineer deze twee, en de enige conclusie kan zijn dat de man in de auto schuldig was aan Ilse haar dood, althans dat zou men toch geredelijk kunnen aannemen.
Niet zo echter voor de politie van de gemeente B., en evenmin voor het parket van M. De 80-jarige aanrijder J.S. werd ondervraagd, beweerde niet in fout te zijn, onderging geen ademtest, reed met de auto naar huis, en kreeg nooit een boete, laat staan een rijverbod. Hij nam nooit contact op met de familie van zijn slachtoffer, betoonde geen spijt, geen medeleven, geen bekommernis, niets. Ilse, die dezelfde dag overleed, werd als dader van de aanrijding geregistreerd.
Even de feiten op een rijtje: Ilse, op dat moment vier maanden zwanger, steekt op 10 juni 1999 in een dorpskern op een zebrapad de weg over. Ze wordt gegrepen door de auto van J.S, komt ongelukkig ten val en belandt in een diepe coma. J.S. rijdt nog minstens 50 meter door, en parkeert dan rustig langs de weg. In de afwikkeling van het ongeval is de eerste zorg van de politie het herstellen van de verkeerscirculatie. Het parket van M. komt niet ter plaatse.
De volgende dag begeef ik me als kersverse weduwnaar samen met mijn moeder naar het politiekantoor in B. We mogen er meteen een half uur in de gang wachten tot de officier van dienst zich verwaardigt ons audiëntie te verlenen. Dat we als familie van de overledene niet op sympathie moeten rekenen, wordt al snel duidelijk. De man praat op zakelijke, zeg maar hautaine toon. Het eerste wat hij vraagt is : "was uw dame vaak verstrooid de laatste tijd?". Overigens had de verpleger aan het sterfbed me een dag eerder net hetzelfde gevraagd. De politie had er dus meteen werk van gemaakt haar versie van de feiten rond te bazuinen.
De officier beschrijft de aanrijder als een sympathieke, luciede, kranige oude heer. De man kon volgens hem onmogelijk te snel hebben gereden, want hij was nog maar aan het vorige rood licht vertrokken. Ik heb enkele weken later even gecontroleerd of dit inderdaad niet kon, en stelde vast dat wie na dat rode licht de normale verkeersstroom volgt, aan het zebrapad 70 rijdt in plaats van 50. Een ademtest was volgens de officier overbodig want de man zag er niet dronken uit. Het voordeel van de twijfel voor de zwakke weggebruiker? Voor het slachtoffer?
Het parket handelde de zaak vervolgens af door te stellen dat Ilse in fout was maar gezien haar overlijden niet meer kon/hoefde te worden vervolgd.
Ik heb lange tijd gedacht dat de politie de aanrijder in kwestie persoonlijk kende en wou beschermen. Dat is inderdaad mogelijk, maar ik ben er ook achtergekomen dat bij ongevallen tussen voetgangers (of fietsers) en automobilisten, veelal tot een onverschoonbare fout van de zwakke weggebruiker wordt geconcludeerd. Waarom? Het is een typische uiting van de wrede maar wijdverbreide opvatting dat verkeersdoden nu eenmaal onvermijdelijk zijn, dat ze de noodzakelijke tol zijn van de vooruitgang. (Overigens vallen er in ons land aanzienlijk veel meer dan in de rest van Europa) Volgens dezelfde redenering kan het doodrijden van een voetganger iedereen overkomen, en ben je daarom nog geen crimineel en hoef je ook niet te worden gestraft. Het opleggen van een rijverbod wordt in onze automaatschappij gezien als een onredelijke straf, zelfs voor een doodrijder. En als je de aanrijder niet wil straffen, kan je niet anders dan de schuld in de schoenen van het slachtoffer te steken. Wat voor onze (naar eigen zeggen) overwerkte parketten het extra voordeel biedt dat de zaak meteen is afgehandeld, ze hebben immers wel wat anders om handen dan verkeersongevallen.
En de slachtoffers? Voor hen wordt toch gezorgd door de objectieve aansprakelijkheid, die stelt dat de verzekeraar van de automobilist hoe dan ook opdraait voor de schade die de voetganger of fietser heeft geleden. En inderdaad, de verzekering heeft me financieel vergoed voor loonverlies en morele schade. Vanwaar dan mijn ontevredenheid over de afhandeling van Ilse haar dood? Omdat het mij wel degelijk iets kan schelen dat de dader zomaar vrijuit is gegaan, dat hij geen enkel gevolg van het ongeval heeft moeten ondervinden, terwijl het leven van mijn prachtige vrouw door zijn toedoen is beëindigd en mijn tweede kind nooit het eerste levenslicht heeft kunnen zien. Het is een aanfluiting van elk rechtvaardigheidsgevoel dat hier nog niet de geringste straf (bijvoorbeeld een rijverbod) tegenover stond. En het blijft een gruwelijke gedachte dat in de gerechtelijke kronieken Ilse zelf de fout draagt voor haar eigen dood en die van ons kind.