Als de deuropening wat breder is dan geraak je er ook heel wat soepeler door.
Gewoon een extra baan aanleggen tussen de steden zou al veel oplossen en netto niets kosten aangezien die files dagelijks enorm veel geld kosten.
De mobiliteit is volgens mij in een groot gedeelte van België inderdaad onaanvaardbaar laag geworden, met alle gevolgen vandien, onder meer op economisch vlak.
Ik denk dat we dit een beetje in een historisch perspectief moeten bekijken.
Getuige daarvan is bijvoorbeeld de E-19 autosnelweg tussen Antwerpen en Brussel, die in de 70-er jaren aangelegd werd. Het was de bedoeling, naast de bestaande rijbanen, op de zeer brede middenberm rijbanen aan te leggen met enkel op- en afritten in Mechelen en Brussel. Dat is er helaas niet meer van gekomen. Vanuit Antwerpen zijn er 4 rijstroken in elke richting tot Kontich, verder niet meer.
Intussen werden elders heel wat wegen aangelegd, die al vele jaren ontoegankelijk zijn, omdat ze nooit afgewerkt werden en opengesteld voor het verkeer. Jean-Claude Defossé (schrijversnaam voor Jean-Claude Dubié) heeft hierover in 1986 een televisiereeks gepubliceerd, "Les grands travaux inutiles", die toen heel wat ophef veroorzaakt heeft.
De overheid wist het niet afwerken van deze bouwwerken en het niet meer aanleggen van nieuwe wegen met twee argumenten in te dekken. Enerzijds was er de economische crisis, wijl de Belgische overheidsfinanciën er erbarmelijk aan toe waren nadat we in vroegere jaren ruim boven onze stand geleefd hadden. Anderzijds was er de toenemde druk van milieugroepen om geen landschappen meer op te offeren voor nieuwe wegen. Protest hiertegen kwam ook vanwege de landbouwers, de grootste vervuilers van het land, die vonden dat hun met nitraten en pesticiden vervuilde landbouwgronden niet mochten opgeofferd worden aan de noodzaken van de mobiliteit in een dichtbevolkt land.
Het toenemend gebrek aan mobiliteit is wel ten goede gekomen aan de binnenscheepvaart, die al heel wat jaren een stijgende omzet kent. Alsmaar meer bedrijven vestigen zich opnieuw langs de waterwegen, waarbij ze van de overheid aanzienlijke subsidies ontvangen voor het aanleggen van kaaimuren en aanlegplaatsen voor binnenschepen. Op de binnenscheepvaartwegen is er nog altijd een overschot aan capaciteit, en het vervoer te water is ook veel goedkoper dan langs de weg.