Beste Cindy,
Bedankt voor je registratie op dit forum, en hartelijk welkom!
Rond deze tijd van het jaar kan je je bij de diverse opleidingscentra aanmelden om deel te nemen aan een bijeenkomst waarop je alles wat je maar wil weten over de opleiding tot rijschoolinstructeur en het beroep kunt vragen en te weten komen.
Ik weet niet waar je woont, maar ik ga jou alvast enkele links naar dergelijke centra geven:
Vlaams VerkeersopleidingscentrumDe inlichtingsvergaderingen zijn daar al wel voorbij, maar vraag gerust met mijn groeten (Jozef Baum) of Bert of John (de directeur) even tijd voor jou heeft.
SyntraHier alvast ook een
link naar de wettelijke voorwaarden om rijschoolinstucteur te worden.
De opleiding verloopt als volgt (ik beperk me hier tot rijschoolinstructeur praktijk voor voertuigen van categorie B).
Eerst ga je ongeveer 4 maanden elke zaterdag (de hele dag) les volgen in een dergelijk centrum. De opleiding kun je voor een groot deel betalen met opleidingscheques; de betere rijscholen betalen zelfs de kosten volledig terug nadat je 6 maanden vast in dienst bent. Tijdens die 4 maanden moet je, behalve naar de lessen gaan, in de loop van de week de leerstof thuis ook nog instuderen, anders kom je er niet.
Daarna moet je in Brussel bij de FOD Mobiliteit en Vervoer schriftelijk examen gaan afleggen op een zaterdag over de vakken die je geleerd hebt:
- politie wegverkeer (het uitgebreidste vak, behelst wegverkeerswet, verkeersreglement en rijbewijswetgeving).
- autotechniek.
- pedagogiek.
Als je daarin geslaagd bent, moet je daarna nog eens over dezelfde vakken mondeling examen gaan afleggen.
Ben je ook daarin geslaagd, dan moet je voor een medisch attest zorgen, en kan je aan de slag als stagiair in hoofd- of bijberoep bij een erkende rijschool.
Eerst gaat er iemand van die rijschool eens een uurtje met jou meerijden om te zien of er aan jou rijstijl nog één en ander moet bijgeschaafd worden.
Dan ga je een tijdlang meerijden met een instructeur die les aan het geven is.
Vervolgens ga jij een tijdlang lesgeven, terwijl die instructeur achteraan zit en je in het oog houdt.
Daarna ga je alleen lesgeven, doch heb je nog altijd een gebrevetteerde instructeur die jouw peter is.
Je stage is in principe niet vergoed, maar de betere rijscholen geven desondanks toch ongeveer 8 Euro per uur.
Na je stage komt je laatste examen: je modelles, die je moet geven aan een examinator van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Dat houdt onder meer in dat je die man moet wijzen op de fouten die hij (uiteraard moedwillig) maakt. Hij gaat zich bijvoorbeeld langs de achterkant van de wagen naar het bestuurdersportier proberen te begeven, in plaats van langs de voorkant van de wagen, zoals het hoort om het aankomend verkeer te kunnen zien. Of hij gaat zijn binnenspiegel afstellen en daarna zijn bestuurderszetel, wijl het natuurlijk in omgekeerde volgorde moet gebeuren. Ook gaat hij na of jouw schriftelijke lesvoorbereiding volgens de regels van de kunst is.
Voilà: als dit alles gelukt is, krijg je je brevet als rijschoolinstructeur, en kun je het beroep uitoefenen.
Wettelijk ben je niet verplicht hogervermelde theoretische opleiding te volgen, maar dan heb je hooguit 10% kans om te slagen voor de examens. En mocht je dan toch slagen, dan duurt je stage 300 uur in plaats van 75 uur.
Zijn voormelde schriftelijke en mondelinge examens moeilijk? Ik ga eerlijk zijn: ja, dat zijn ze.
Het zijn geen meerkeuzevragen, doch open vragen. Er worden jou dus geen mogelijke antwoorden voorgesteld, je moet de antwoorden correct formuleren. Op het mondeling examen proberen ze bovendien of ze je kunnen misleiden.
Het gebruik van de correcte terminologie is heel belangrijk. Als je het bijvoorbeeld over een voetpad hebt in plaats van over het trottoir, of over een oranje verkeerslicht in plaats van over het oranjegeel verkeerslicht, kost je dat veel punten.
Je hoeft de wetteksten niet letterlijk te kunnen weergeven, maar wel elk element dat er in voorkomt. Een voorbeeld: volgens het verkeersreglement is een voetganger:
een persoon die zich te voet verplaatst. De personen die een kruiwagen, een kinderwagen, een ziekenwagen of enig ander voertuig zonder motor dat geen bredere dan de voor de voetgangers vereiste ruimte nodig heeft, aan de hand leiden en de personen die een fiets of een tweewielige bromfiets aan de hand leiden, worden gelijkgesteld met voetgangers.
Je hoeft dat dus niet letterlijk zo kunnen weergeven, je mag het met je eigen woorden zeggen, maar in je antwoord moeten wel al de volgende elementen te vinden zijn:
- persoon die zich te voet verplaatst.
- gelijkgesteld: aan de hand leiden van
- kruiwagen
- kinderwagen
- ziekenwagen
- ander voertuig zonder motor dat geen bredere dan voor voetgangers vereiste ruimte nodig heeft
- fiets
- tweewielige bromfiets
Een ander voorbeeld: de examinator vraagt je of je een vast oranjegeel verkeerslicht mag voorbijrijden.
Zeg je: "Ja, op voorwaarde dat je bij het aangaan van dat licht het teken zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende velige wijze kunt stoppen", dan wordt dat fout gerekend. Je moet antwoorden: "Neen, tenzij je bij het aangaan van dat licht het teken zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende velige wijze kunt stoppen". Als je daarbij heel sterk de nadruk legt op "zo dicht" (je mag zelfs zeggen: "zó dicht, maar zó dicht, maar dan ook zó dicht"), dan maak je een goede indruk op de examinator.
Komt daar nog bij dat sommige examinatoren zelf het juiste antwoord niet kennen. Een voorbeeld. De condensator van de stroomverdeler moet met de aarding verbonden zijn. Maar er zit er daar ene tussen die bij hoog en bij laag beweert dat dat niet waar is, en die het fout rekent als je op je tekening die condensator wél met de aarding verbindt.
Ik schrijf dit alles niet om je af te schrikken, doch enkel om je de goede raad te geven de theoretische opleiding bij een erkend centrum te volgen. Men zal je daar op alles wat ik hier aanhaal en nog veel meer attent maken (men zal je zelfs zeggen wie die examinator is bij wie je die condensator niet met de aarding mag verbinden).
Het komt er dus eigenlijk op neer dat het, examens inbegrepen, ongeveer een half jaar hard studeren is, en dan lukt het wel.
Mogelijk zal Benny Stinkens, een rijschoolinstructeur theorie en praktijk, hier vanuit zijn ruime ervaring nog wat meer willen toelichten.
Mocht je nog vragen hebben, stel ze dan gerust.
Nog een laatste goede raad: wees voorzichtig met websites waar verkeersvragen beantwoord worden. Er zijn er waar er geregeld nogal eens ferm met de klak naar gesmeten wordt, ook door politieambtenaren. Na je theorieopleiding tot rijschoolinstructeur zul je dat wel merken.