Voor mij is de vraag of men volgens art 24.7 mag parkeren aan de doorlopende zijde van T kruispunten de rode draad van dit topic.
De T kruispunten die ik in gedachten heb liggen in grote steden en zijn meestal T kruispunten gevormd tussen vrij brede lanen onderling of smallere straten en brede lanen.
Zo brede lanen zijn er zeker, maar zulke brede lanen hebben meestal parkeerplaatsen aan de overzijde ingericht, remember "
,behoudens plaatselijke regelementering" dat staat niet voor niets achteraan bijgevoegd.
Ook een fiets- of voetpad of beide kan daar ingericht zijn; ook parkeerborden of trottoirmarkeringen kunnen het parkeren daar al dan niet toelaten aan zulke brede lanen. Maar als jij er weet zonder dit alles... soit.
Mijn interpretatie van "naastbijgelegen" is : verlenging van de rand aan de kant waar je rijd ("naastbijgelegen") , niet die aan de overkant van de straat.
Jullie interpretatie van "naastbijgelegen"is : er zijn twee verlengde randen en de eerste die je tegenkomt is de "naastbijgelegen".
Mazda, het is de rand van de dwarsrijba(a)n(en), van de
(dwars?) rand aan de kant waar je rijd staat er niet.
(hoe ga je 5 meter afpassen tussen jouw auto en jouw langslijn ?)7° in de nabijheid van de kruispunten, op minder dan 5 meter van de verlenging van de naastbijgelegen rand van de dwarsrijbaan, behoudens plaatselijke reglementering;
Je kan het ook zo lezen : op minder dan 5 meter van de verlenging van de
kruispuntdwarsrijbaanrand die het naaste bij ligt.
(
Scrabble ? )
Bij mijn interpretatie van naastbijgelegen heb ik geen enkel probleem en geen enkele vraag.
Bij jullie interpretatie van naastbijgelegen heb ik toch een aantal bedenkingen.
Het kan dus zijn dat je je op 5 meter van de verlenging van de linkse dwarsrijbaan bevindt en op 6 meter van de verlenging van de rechtse dwarsrijbaan.
In dit geval moet je, ook als je aan de rechter kant wil parkeren, rekening houden met de verlenging van de linkse dwarsrijbaan, wat dat is voor jou de meest nabijgelegen (= naastbijgelegen) dwarsrijbaan.)
Juist en logisch, het is de nabijheid van het kruispunt in het algemeen, en 5 meter moet men nu eenmaal nemen van de nabijste verlenging, hoe anders ?
Het gaat om het (traag rijdend) verkeer dat het kruispunt oprijdt en om het verkeer dat er afrijdt die hebben wederzijds
ruimte en zicht nodig op het gehele kruispunt en naar de dwarswegen toe, waar zitten die bestuurders in hun voertuig, hoe hoog ? Moeten die soms door geparkeerde auto´s doorkijken ? Hebben ze voldoende ruimte de zijweg in te draaien, enz... ?
4) De bermen behoren tot het kruispunt, daar zijn we het over eens. Dat je niet mag parkeren of stilstaan op minder dan 5 meter van de verlenging van de nabijgelegen rand van de dwarsrijbaan zowel op de berm als op de rijbaan, daar zijn we het over eens.
De reden is zichtbaarheid.
onder andere, wat is dan het probleem ?
Volgens mijn interpretatie mag je dus indien geen andere regel dit verbiedt parkeren op de berm aan de doorlopende kant van een T kruispunt. Dit verstoort de zichbaarheid niet.
Is ook mijn interpretatie, maar wat als de politie dit stukje berm als behorende bij het kruispunt interpreteert ? (definitie Cassatie)
Volgens jullie interpretatie mag je er niet parkeren.
Waarom niet? Wie zou je storen? Je kan nog altijd art 24 inroepen indien het toevallig toch zou storen.
Een
verbodsregel inroepen als tegenargumentatie dat het daar dan wel
toegelaten is ?
5) Als er een schuine straat in een rechte doorlopende straat uitmondt, is de plaats waar je volgens jullie interpretatie niet mag parkeren aan de ononderbroken kant van een T kruispunt gewoon helemaal niet belangrijk, irrelevant.
Is die schuine straat een eenrichtingsweg ?
Indien niet blijft het evenzeer van belang, denk aan de bestuurders op de langsweg die meer plaats nodig gaan hebben om die schuine weg vanuit de scherpste hoek moeten indraaien, ze hebben een veel ruimere bocht nodig... soms hebben ze een aanhangwagen, soms zijn voertuigen veel langer als een auto...