Ik heb een aantal bedenkingen bij onderstaande foto:
Het rechtse bord C1 staat correct opgesteld aan de rechterkant van de openbare weg, zoals
Artikel 68.1, eerste lid het voorschrijft.
Over de noodzaak van de herhaling van het bord C1 aan de linkerkant van de openbare weg heb ik mijn twijfels:
-
Artikel 68.1, tweede lid schrijft voor dat een herhaling mag als het verkeer het rechtvaardigt; in deze situatie kan ik me echter geen rechtvaardiging inbeelden.
- volgens
Artikel 9.1 2° is de herhaling niet verplicht; met het verbod op herhaling weet ik niet waar men op doelt.
Het bord D7 staat correct opgesteld in de hoedanigheid van aanduiding dat de rode strook een fietspad is; het houdt evenwel geen enkele aanwijzing in over de richting waarin bestuurders mogen rijden.
Nu komt puntje bij paaltje: volgens
Artikel 9.1 3° a) mag de betekenis van een bord C1 worden beperkt door aanbrenging van een onderbord M2. In dit specifieke geval echter heeft het bewuste bord C1 geen betekenis: het is een herhaling van een ander bord C1 waarvan de betekenis niet is beperkt door een onderbord.
Indien deze interpretatie van de verkeerswetgeving correct is, mogen fietsers, ondanks de borden D7 en het onderbord M2, toch deze straat niet inrijden en zijn zij, net zoals alle andere bestuurders, verplicht de enkelrichting te eerbiedigen.