De stopafstand bestaat uit de afstand die men aflegt tijdens de reactietijd en de eigenlijke remafstand.
Eerstgenoemde is recht evenredig met de snelheid, laatstgenoemde is recht evenredig met het kwadraat van de snelheid.
Vuistregels als de helft van de snelheid in meter of 2 seconden bij droog wegdek leveren daarom een te grote stopafstand op bij lage snelheden en een te kleine stopafstand bij hoge snelheden.
Vele bestuurders houden er een te geringe afstand op na, omdat ze ervan uitgaan dat, in een noodsituatie, hun voorligger ook nog een stopafstand zal afleggen. Als de voorligger zijn voorligger aanrijdt of tegen de vangrail terecht komt, zal hij op een veel kortere afstand tot stilstand komen.