@ bert covens:
Het spijt me enorm, beste Bert, dat ik er een week voor nodig gehad heb om op jouw posting te reageren, doch ik ben ervan overtuigd dat je zult begrijpen dat het thema "Het verlies van een kind" bij mij, net als bij jou, zeer zware emoties oproept, welke het mij niet altijd mogelijk maken om mij daarover te uiten.
Ik besef ten volle dat het leed dat jij en Greet ervaren als gevolg van het verlies van jullie derde kindje, ook al was het dan nog maar 8 weken voordien verwekt, minstens even zwaar is als het leed dat mij getroffen heeft als gevolg van het verlies van mijn 25-jarige dochter.
Voor mij ontstaat een menselijk wezen namelijk op het tijdstip waarop een vrouwelijke eicel bevrucht wordt door een mannelijke zaadcel. Normaliter zal daaruit immers een kindje ontstaan dat zal geboren worden en zich zal ontwikkelen tot een volwassen mens.
Ik heb het er daarom dan ook bijzonder moeilijk mee dat in eenzelfde ziekenhuis in het ene lokaal artsen alles doen wat in hun mogelijkheden ligt om de kinderwens van een man en een vrouw te vervullen, terwijl in het andere lokaal collega's van hen met een abortus een kindje om het leven brengen.
Eén van de vele redenen waarom ik het koninkrijk België, waar ik 56 jaar geleefd heb, en van hetwelk ik helaas nog een aantal jaren de nationaliteit waarover ik mij diep schaam zal hebben, zo diep haat, is dat wijlen koning Boudewijn er één dag onbekwaam om te regeren verklaard werd om er de abortuswetgeving te kunnen doorvoeren. Want wat is nog de reden van bestaan van een koning als staatshoofd, als hij onbekwaam verklaard wordt om te regeren van zodra hij voor de allereerste keer een wetsvoorstel in eer en geweten niet kan verzoenen met zijn geloof en zijn respect voor het nog niet geboren kind?
Ik ben mij er op mijn leeftijd ook ten volle van bewust hoeveel mensen, uit onwetendheid en gebrek aan inlevingsvermogen, helaas het verlies van een kindje zoals jullie derde kindje, minimaliseren, en daardoor jullie leed enkel nog verzwaren. Vooral diegenen die beweren dat een volgend kindje het verlies van een vorig kindje minder erg zou maken, weten volstrekt niet waarover ze spreken, en jij en ik kunnen enkel maar hopen dat ze zelf nooit het verlies van een kind zullen moeten meemaken en ermee verder moeten leven.
Mijn ex-vriendin, een collega van mij bij de toenmalige BBL (thans ING Bank), had, vóór ze mij kende, een abortus laten uitvoeren.
Ondanks mijn voormelde opvattingen daaromtrent, heb ik het haar vergeven, en ben ik met haar een samenleving aangegaan.
Ze was 10 jaar jonger dan ik, en van meetaf aan heb ik haar te kennen gegeven dat ik zeer veel problemen gehad had met de 3 kinderen die ik mede opgevoed had (2 van mijn eerste echtgenote en de dochter van mijn ex-2de echtgenote uit haar vorig huwelijk), dat ik mij op mijn 41ste al te oud voelde om nog een kind op te voeden (ik wilde geen 60-jarige vader van een tiener zijn), en dat ik niet meer in staat was om nog een kind te verwekken, omdat ik mij, om te vermijden dat mijn 2de echtgenote de pil zou moeten blijven nemen had, laten steriliseren had, omdat de sterilisatie van een man veel minder ingrijpend is dan de sterilisatie van een vrouw.
8 jaar later leek de bodem onder mijn stoel te verdwijnen, toen ik, op donderdag 16 december 2001, tijdens een gezamelijk ontbijt met een collega van haar, die kort daarvoor een kindje gebaard had, en daarvan foto's getoond had, van deze te vernemen kwam hoe bijzonder droevig het besef dat zij nooit een kind zou hebben, mijn vriendin gestemd had.
Toen ik mijn ex-vriendin de daaropvolgende zondag, uitgerekend toen ze beweerde te begrijpen waarom ik geen kind meer wilde, daarover aansprak, stelde ze mij voor om zich kunstmatig te laten bevruchten.
Ik zei haar meteen dat ik, naast de medische problemen die een dergelijke bevruchting inhield, nooit een kind zou willen dat in zijn tienerjaren tot een identiteitscrisis komt omdat het zijn ware vader niet kent, en ik heb daarop besloten om mijn ex-vriendin de vrijheid te gunnen om een andere man te ontmoeten die haar nog wel een kind zou kunnen en willen schenken, omdat ik, hoeveel ik ook van mijn ex-vriendin hield (als iemand mij vóór 16 december 2001 zou gezegd hebben dat het ooit tot een scheiding van haar zou komen, zou ik die persoon voor gek verklaard hebben), niet wilde verder leven met het besef om de kinderwens van een vrouw verhinderd te hebben.
(Ze heeft daarna weliswaar een andere man tot partner genomen, doch aan haar vermeende kinderwens, welke achteraf slechts een drogreden bleek te zijn om van mij af te geraken, al spoedig verzaakt.)
Een kennis zei me ooit dat hij boos was op zijn dochter. Ze was met haar lief naar een afgelegen plaats gereden, en had daar urenlang de buiten- en binnenverlichting van haar wagen laten branden. De batterij van de auto, die wellicht al niet meer in optimale staat verkeerde, was daardoor niet meer voldoende geladen om de motor te kunnen starten toen ze huiswaarts wilde keren, en dus had ze haar vader om 3 uur 's nachts uit zijn bed gebeld om haar te komen helpen met startkabels.
Ik vertelde dit later eens aan mijn huisarts, waarop hij antwoordde dat hij het ongenoegen van die man perfect kon begrijpen.
Ik antwoordde hem dat ik uit de grond van mijn hart wenste dat mijn dochter me voor zoiets om 3 uur 's nachts uit mijn bed zou bellen, want dan zou ik haar ten minste nog hebben.
Voor de eerste keer sinds ik die huisarts ken, wist hij niet meer wat te antwoorden, doch werd hij stil. Ik denk dat hij, die 4 dochters heeft, toen een klein beetje beter begrepen heeft wat het verlies van een kind inhoudt.
Ik begrijp ook zeer goed hoe moeilijk het voor jullie is om te beslissen of jullie nog aan een volgend kindje gaan beginnen, na wat jullie overkomen is.
Als je nog jong bent, besef je amper de risico's op zware tegenslag die het verwekken van een kind inhoudt, en ben je geneigd ervan uit te gaan dat dergelijke tegenslagen alleen maar anderen overkomen. Naarmate je ouder wordt, en des te meer na het verlies van een kindje, beseft je evenwel veel beter deze risico's en het feit dat dergelijke tegenslagen niet alleen anderen kunnen overkomen, en wil je nooit meer nog eens het verlies van een kindje moeten meemaken.
Sinds enige tijd is evenwel het besef tot mij doorgedrongen dat, daar waar het verlies van oudere ouders en schoonouders eigen is aan het leven, wijl het verlies van een kind geenszins vanzelfsprekend is, één van de droevige dingen is die nu eenmaal tot het menselijk leven behoren, en waarbij we ons, hoe moeilijk en onverstaanbaar ook, dienen neer te leggen.
Wat mij persoonlijk betreft, ben ik een gelovig christen, en ben ik God dankbaar dat het verlies van mijn dochter er niet toe geleid heeft dat ik aan Zijn liefde voor mij zou gaan twijfelen zijn, doch ik enkel beter dan ooit voordien beseft heb dat het niet is omdat er in het leven dingen gebeuren die ik met mijn beperkt menselijk verstand niet kan begrijpen, dat God mij niet zou liefhebben.
Heel voorzichtig zou ik jou en Greet willen suggereren, Bert, om bij het beslissen voor een volgend kindje, zoals bij zovele onzekere beslissingen in het leven, kansrekening toe te passen. Als je dit systematisch doet in je leven, zul je zo nu en dan wel eens een verkeerde beslissing treffen, doch zul je, over je hele leven, de gunstigste balans bekomen over de beslissingen die je genomen hebt. Meer kun je als mens niet doen. En de kans dat een volgend kindje gezond en wel zal geboren worden, en jullie er zich, wijl het uiteraard het verlies van jullie derde kindje in niets zal verminderen, zullen kunnen over verheugen, is veel hoger dan de kans dat het weer eens zou mislopen.
Aanvullend zou ik jullie, als ik het mij mag veroorloven, willen aanraden om na te gaan of jullie, als het dan toch weer zou mislopen met een volgend kindje, denken dat jullie ook een dergelijke volgende eventuele tegenslag zouden aankunnen. De eigen psychische gezondheid, met de mogelijk daaraan verbonden lichamelijke kwalen, hoeft immers niemand in het gedrang te laten brengen om welke reden dan ook.
Ik wens jou en Greet alvast heel veel moed en sterkte toe bij het verwerken (voor zover dit mogelijk is) van het verlies van jullie derde kindje, en heel veel wijsheid bij de beslissing voor een volgend kindje.
Weet dat Leslie en ik met jullie meeleven, en je, zoals reeds gezegd, met Greet en jullie twee kindjes, meer dan welkom zijn bij ons om hier in deze parel van de Alpen een prachtvakantie door te brengen, die jullie ongetwijfeld veel nieuwe energie zou bezorgen.
In ieder geval wens ik jou en Greet van harte bijzonder veel moed en sterkte toe om verder te leven met het verlies van jullie 3de kindje, in het besef dat het, net als na het verlies van mijn dochter, ook de wens van dat kindje geweest zou zijn dat jullie desondanks verder nog een aangenaam en gelukkig leven zouden hebben.