Krantenartikel of link ernaar verwijderd op verzoek van REPROCOPY.Het ligt evenwel niet in onze mogelijkheden om een versie van deze site waarop het verwijderde element nog wel voorkomt te verwijderen van de diverse webarchiefsites. Tussen de roetpartikelsgrenswaarde van een euronorm 4 diesel (25 mg/km) , haalbaar zonder roetfilter voor kleinere dieselmotoren, en een euronorm 5 mét roetfilter (5 mg/km) is
maar 80 % verschil (bij een rollenbanktest) daarbij is het
ENKEL* gewicht van de partikels, en niet hun giftigheid of schadelijkheid volgens het aantal+fijnheid.
M.a.w. de roetfilter is beter als helemaal niks maar het blijft een grof doorlaatbaar doekje tegen het bloeden... en doet eigenlijk niets af aan de schadelijkheid voor de mens.
... *het gewicht van de deeltjes is evenredig met de derde macht van hun grootte
Wetenschappelijk onderzoek in 2008 heeft aangetoond dat zulke ultrafijne deeltjes van verbeterde Euronorm 4-diesels schadelijker kunnen zijn als de dikkere vlokken/brokken van de oude black smoke diesels.
http://www.christophoros.be/nl/forum/index.php/topic,2295.msg25818.html#msg25818PM2,5
Het is bekend dat gezondheidsschade vooral optreedt door de kleinere fractie van de deeltjesgrootteverdeling: de PM2.5. Deze deeltjes dringen het diepst door in de longen en richten de meeste schade aan. Deze fractie wordt ook voor een groter deel door mensen veroorzaakt, vooral door wegverkeer en scheepvaart. Doorgaans wordt echter de PM10 gemeten, omdat dat eenvoudiger is en omdat zo historische reeksen met elkaar te vergelijken zijn. Bovendien worden de gemeten waarden gebruikt in modellen die uiteindelijk de concentraties vaststellen. Wanneer je de massa van een monster PM10 bepaalt, wat op zich al gepaard gaat met een hoge onzekerheidsmarge[12], meet je voor ongeveer een derde deel hoeveel grote deeltjes (tussen de 2,5 en 10 micrometer) in die fractie zitten: immers het gewicht van de deeltjes is evenredig met de derde macht van hun grootte (zie inhoud). PM10 is dus niet een heel goede maat. Het effect van stoffilters en verbeterd motormanagement is dat de massa PM10 afneemt en ook de massa PM2.5, maar dat de fractie van de allerkleinste deeltjes toeneemt (deeltjes kleiner dan 100 nanometer).
Er kan dus een verschuiving van het deeltjesspectrum optreden naar de allerkleinste deeltjes bij schone motoren, waardoor de massa weliswaar afneemt - ook voor PM2.5 - maar het aantal deeltjes onder 100 nanometer toeneemt. Dit verschijnsel is in 2011 ook door metingen bevestigd.[13]
Deze ultrafijne deeltjes deponeren makkelijker in de longen: het aantal gedeponeerde deeltjes kan daar dus toenemen terwijl de gedeponeerde massa afneemt.
De grootste massafractie in PM2.5 is tegenwoordig afkomstig van stikstof(mon)oxiden (NO) van vrachtverkeer, ozon uit fotochemische reactie en van ammoniak uit de bio-industrie: tezamen vormen deze gassen het ammoniumnitraat (NH4NO3). De chemische reactie van NO naar HNO3 verloopt volgens 3NO + O3 -> 3NO2 en 3NO2 + 3OH -> 3HNO3. De reactie naar NH4NO3 verloopt volgens HNO3 + NH3 -> NH4NO3.
De EU richtlijn luchtkwaliteit 2008 bevat voor eerst grens- en streefwaarden voor PM2,5. De grenswaarde voor de jaargemiddelde PM2,5-concentratie is 25 µg/m3 vanaf 2015. Huidige concentraties van PM2,5 lopen in België en Nederland uiteen van 13 µg/m3 tot meer dan 30 µg/m3 in drukke straten. De richtlijn bevat ook een mechanisme dat beoogt om de gemiddelde stadsachtergrondconcentratie PM2,5 terug te dringen.[14]
Effecten op de gezondheid
De kleine zwevende deeltjes komen bij inademing in de longen terecht. Deeltjes groter dan 10 micrometer (een honderdste millimeter) worden door de neus vastgehouden en uitgescheiden via het slijmvlies. In de longen treedt schade op, maar het mechanisme waardoor dit gebeurt is niet precies bekend. De hypothese is dat de kleine deeltjes ontstekingsreacties veroorzaken en de zuurstofopname bemoeilijken. Deze ontstekingsreacties, waarbij radicalen vrijkomen, zijn schadelijk voor het hart. Mogelijk zorgt fijnstof er ook voor dat het bloed viskeuzer wordt, waardoor de kans op een hartinfarct toeneemt. Er zijn neurologische effecten van fijnstof gevonden, waardoor bijvoorbeeld de hartspierfunctie negatief kan worden beïnvloed. Ten slotte worden radicalen geassocieerd met vervroegde veroudering.[6]
Het is niet zo duidelijk wat het effect is van de chemische samenstelling op de grootte van de gezondheidsschade. Sommige mensen zijn gevoeliger voor fijnstof dan anderen, maar het is niet op voorhand aan te geven welke mensen schade zullen lijden. Het is wel aannemelijk gemaakt dat bij een hogere blootstellingsconcentratie en bij een grotere gevoeligheid het gezondheidsrisico groter is. Kwetsbare groepen zijn met name ouderen en personen met hart-, vaat- of longaandoeningen.[6]
Epidemiologische en toxicologische studies wijzen uit dat in Nederland jaarlijks enige duizenden mensen vroegtijdig overlijden door kortdurende blootstelling aan fijnstof. De mortaliteit door chronische blootstelling is mogelijk een veelvoud hiervan. De duur van de levensverkorting is vermoedelijk kort: enkele dagen tot maanden.[3] Naast mortaliteit speelt bij fijnstof morbiditeit een belangrijke rol: door blootstelling aan fijnstof worden veel mensen ziek. Bij mensen met luchtwegaandoeningen en hart- en vaatziekten verergert blootstelling aan fijnstof hun symptomen. De eenheid DALY (disability-adjusted life years) meet zowel de mortaliteit als de morbiditeit. Voor chronische blootstelling aan PM10 is het aantal DALY's in Nederland aanzienlijk: tussen 7000 en 13000 per miljoen inwoners. Dat is ruwweg 5% van de totale ziektelast in Nederland.[2] Het Astmafonds heeft een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) laten uitvoeren die, op basis van de DALY's, liet zien dat de maatschappelijke kosten van fijnstof door gezondheidsschade tussen de €4 en 40 miljard per jaar bedragen.[15] Ter vergelijking: voor €4 miljard kunnen ongeveer 8 miljoen roetfilters worden gemonteerd.
Studies wijzen uit dat er geen veilige ondergrens is bij blootstelling aan fijnstof: hoe klein de blootstelling ook is, er is een meetbaar schadelijk effect op de gezondheid.[4] De huidige normen zijn derhalve een compromis tussen gezondheidsbelangen en socio-economische belangen.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fijnstof#PM2.2C5
Recente metingen in Nederland bevestigen dit nog eens:
http://www.amt.nl/Nieuws/Roetfilters-niet-goed-voor-ultrafijnstof.htm
'Roetfilters niet goed voor ultrafijnstof'
dinsdag 5 juli 2011
Roetfilters in auto's bestrijden onvoldoende de gevaren van ultrafijnstof en dat leidt tot gezondheidsrisico's. Dat is de voornaamste conclusie uit een onderzoek na metingen langs de N302 in Gelderland. Het onderzoek is gedaan door twee advies- en onderzoeksbureaus met nieuwe meetapparatuur.
Uit het onderzoek komt naar voren dat door de filters het aantal grovere fijnstofdeeltjes wel afneemt, maar dat de hoeveelheid extra fijne stofdeeltjes in de lucht niet afneemt. Arnaud Kok van DGMR zegt dinsdag in de Volkskrant dat de vrees voor een te hoge concentratie gevaarlijke ultrafijne deeltjes gegrond is.
De Europese normen gaan uit van de totale hoeveelheid fijnstofdeeltjes, terwijl vooral de allerkleinste deeltjes gevaar opleveren. De roetfilters filteren die deeltjes niet uit de uitlaatgassen. Kok pleit ervoor de normen af te stemmen op de gezondheidsrisico's. Dat kan nu, omdat er beter kan worden gemeten. Na metingen langs de N302 volgen ook langs andere wegen metingen.
Milieudefensie vindt dat dit kabinet snel effectieve maatregelen moet nemen om de uitstoot van ultrafijnstof in het verkeer te verminderen. ,,Het hele luchtkwaliteitsbeleid moet op de schop, zeker nu er nieuwe meetapparatuur is'', laat de milieuorganisatie weten.
Bron: ANP