Hoe moet een examinator volgens jou dan het onderscheid kunnen maken tussen iemand die ongewild beeft, en iemand die de kandidaat verboden hints zit te geven? Graag objectieve, éénduidig vast te stellen criteria.
Dat men die begeleider gewoon afschaft, en de examinator rechts vooraan plaatsneemt, zodat hij zo nodig kan ingrijpen.
Oordeelt een examinator dat een kandidaat niet geslaagd is en gaat de kandidaat daar niet mee akkoord, laat de kandidaat dan een nieuw examen afleggen met een andere examinator (liefst van een ander examencentrum), waarvoor hij slechts dient te betalen als hij weer niet gelukt is. Momenteel heb je niet de minste garantie dat je een nieuw examen niet met dezelfde examinator zult moeten afleggen.
Als verkeersveiligheid je na aan het hart ligt -en ik ga er van uit van wel-, dan ben je het met mij eens dat een examinator éénduidg zeker moet zijn dat de kandidaat op de verkeerssituatie reageert, en niet op een hint van pa.
Ik waardeer je bezorgdheid om te vermijden dat een examinator een kandidaat geslaagd verklaart als deze niet in staat is om in alle omstandigheden veilig zelfstandig te rijden. Dit zeer nobele doel kan in België evenwel geen enkele examinator verwezenlijken. Dat heeft verschillende oorzaken.
1) De veel te beperkte opleiding en de veel te geringe exameneisen.
2) De leerstof voor de theorie, welke elementen bevat die regelrecht dodelijke ongevallen kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden:
- De kandidaten dienen te leren dat ze, ongeacht de omstandigheden, met een dieselmotor bij 2.000 tpm en met een benzinemotor bij 2.500 tpm moeten opschakelen. Dit kan levensgevaarlijk zijn wanneer veel acceleratiekracht vereist is.
Laat de kandidaten eens meerijden met een wagen met automaat wanneer die langzaam versnelt en wanneer die vlug versnelt, wanneer die in bergop rijdt en wanneer die in bergaf rijdt, zodat de kandidaat kan zien bij welke toerentallen de automaat opschakelt en wat voor klinkklare onzin voormelde regel wel is.
.
- De kandidaten dienen te leren dat de wettelijke minimum profieldiepte van de banden 1,6 mm is, waarbij ze er uiteraard van uitgaan dat dit minimum ook nog wel veilig zal zijn.
Aan welke eisen een band moet voldoen om daadwerkelijk veilig te zijn, hoeven ze niet te weten. Als ze maar wettelijk in regel zijn, vindt men het blijkbaar niet erg als de kandidaten verongelukken.
.
- De kandidaten gaan ervan uit dat ze het motoroliepeil kunnen controleren.
Er wordt hen evenwel niet geleerd dat deze controle met de wagen op een horizontale ondergrond dient uitgevoerd te worden.
Er wordt hen ook niet geleerd dat er bij een wagen die voornamelijk korte ritten aflegt, condenswater in de motorolie kan terechtkomen, en dit water bij de eerste langere rit verdampt, waardoor het motoroliepeil snel onvoldoende kan worden.
Een motor die, wegens een gebrek aan olie, vastloopt tijdens het inhalen, kan evenwel voor een dodelijk ongeval zorgen.
3) De kennis van de rijschoolinstructeurs laat niet zelden te wensen over. Getuige daarvan een forum waar onder meer rijschoolinstructeurs geregeld foutieve informatie verstrekken, en deze soms zelfs weigeren recht te zetten wanneer ze erop gewezen worden.
4) De vrije begeleiding opent nog verder de poort naar een slechte opleiding.
Als opa, zoals het in zijn jonge tijd hoorde, de kandidaat aanleert om bij een noodstop pompend te remmen, kan het ABS niet ten volle zijn werk doen, waardoor het tot een ongeval kan komen.
De examinator zal hier echter niet achter komen als de kandidaat tijdens het examen geen noodstop dient uit te voeren.
5) Theoretisch is het mogelijk dat een examinator toevallig 20 kandidaten na elkaar krijgt die hij niet geslaagd zou kunnen verklaren, en een andere examinator 20 kandiaten die hij geslaagd zou kunnen verklaren.
Deze examinatoren kunnen zich dit evenwel niet veroorloven, omdat het gemiddelde slaagpercentage van hun kandidaten niet al te ver mag afwijken van dat van de andere examinatoren.
Feit 1: als pa weet dat hij af en toe beeft, is hij een dikke dommerik om desondanks toch zijn dochter te willen begeleiden op een examen.
Ik zou iemand die ervan uitgaat dat men in een land dat voor een beschaafd land wil doorgaan, wel zal rekening houden met een handicap, geen dommerik noemen. In België is dat eerder een naïeveling.
Feit 2: we lezen hier vooral dat pa beweert aan zo'n aandoening te lijden. Ok, het zou kunnen. Maar jammer dat hij die aandoening niet eens staaft.
Niets laat toe aan te nemen dat hij hiertoe desgewenst niet zou bereid zijn.
Feit 3: we lezen hier de versie van de examinator niet eens.
Toch wel: "Ach, een verzinsel als een ander" zei de examinator.
De examinator krijgt zelfs niet de kans zich hiertegen te verdedigen.
Als hij meent goede redenen te hebben om daarop een beroep te doen, kan hij gebruik maken van zijn recht op antwoord.
Ik lees nergens een reactie van GOCA. Klasse!
Inderdaad: GOCA vindt een reactie blijkbaar de moeite niet waard. Niet moeilijk: je kan toch alleen maar bij GOCA examen afleggen.
Dat er nu wat meer mensen zullen weten dat sommige examinatoren niet eerlijk zijn, en zich derhalve vlugger tot de hoofdexaminator zullen wenden of zelfs verder gaan.
Waarom noem je de examinator nu ook al oneerlijk? Kan je die aantijging jegens die examinator ook maar enigszins hard maken?
Jazeker.
Jij gaat er namelijk van uit dat een begeleider schuldig is tot bewijs van het tegendeel. Maar in een rechtsstaat is men ONschuldig tot bewijs van het tegendeel.
Vandaar: weg met die begeleider, zodat men hem niet meer kan beschuldigen van het doorspelen van informatie als hij er nog maar ene laat vliegen.