0 leden en 2 gasten bekijken dit topic.
82.1.1. 1° Fietsers moeten tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter, vooraan en achteraan een niet verblindend vast licht of knipperlicht voeren.Vooraan moet het licht wit of geel zijn, achteraan rood.Het rode achterlicht moet ‘s nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn van op een afstand van 100 meter minimum.