Mogelijkheid één : een auto komt aan de omgekeerde driehoek, op datzelfde ogenblik komt een auto van rechts op de 2X2 weg die ter hoogte van het kruispunt naar links de middendoorsteek inrijdt en daarna naar links terug de 2X2 wil oprijden om terug te rijden waar hij vandaan komt.
Om het moment dat de auto in de middendoorsteek is en naar links de 2X2 wil oprijden vertrekt ook de auto aan de omgekeerde driehoek die rechtdoor rijdt.
Bord B1 : voorrang verlenen.
Moeilijke manier om te zeggen dat die auto op de voorrangsweg wil
keren thv de dwarsverbinding dus. Keren is een maneuver = voorrang verlenen regel 12.4.
==> Maar in dit geval: artikel 6.3: borden regelen de voorrang ! Borden gaan boven de verkeersregel 12.4 inzake maneuvers! Kortom: de auto die de B1 heeft, moet voorrang verlenen aan de kerende auto op de voorrangsweg.
Mogelijkheid twee : een auto komt vanuit de ondergeschikte weg met omgekeerde driehoek en rijdt tot in de middendoorsteek waar geen verkeersborden staan.
Aan de andere kant komt ook een auto uit de ondergeschikte weg die wil oversteken tot in de middenberm.
De ene staat dus in de middendoorsteek en wil naar links, de andere staat nog aan zijn omgekeerde driehoek en wil rechtdoor.
Wie heeft voorrang?
Die B1 regelt de voorrang tav dwarsverkeer op de voorrangsweg, en
niet tussen tegenliggers onderling die elk een B1 hebben. Volgens mij, moet diegene die linksaf wil, zijn tegenligger eerst doorlaten.