Vanmorgen rond 3 uur, op de Ring rond München, met onze Volvo S60.
Even vóór Aschheim kom ik op enkele luttele seconden plots in een vreselijke sneeuwstorm terecht. De zichtbaarheid bedraagt nog amper 10 meter. Maar ik moet voorzichtig vertragen, want de sneeuw is zeer glad, en een achterligger volgt mij veel te kort.
Gelukkig is er daar juist een parking. Ik verlaat de autosnelweg tegen nog 60 km/h op de teller.
Pech: juist aan het begin van de toegangsweg tot de parking staat er links op de rijbaan, en bovendien ook nog zonder enige verlichting, een tractor met oplegger uit het Oostblok geparkeerd. Ik rem uit volle kracht en stuur naar rechts om uit te wijken, maar ik kom zowat 20 cm tekort. Amper 5 seconden na de knal steekt de vrachtwagenbestuurder zijn lichten aan.
De resultaten zijn op bijgevoegde foto's te zien. Een dokter heeft bijna een uur nodig om al de glassplinters uit mijn gezicht te verwijderen en een diepe wonde dicht te naaien. "Veligheidsglas" heet dat.
Gelukkig droeg ik, zoals altijd, de gordel correct.
De airbag van de passagiersplaats werd geaktiveerd, maar de mijne niet. Waarom?
Ik zat in de Volvo, met de stoel in de laagste stand, op minder dan 1 cm van het dak. Ze moeten de auto's nog wat lager maken en de voorruit nog iets schuiner leggen, dan knal ik nog wat rapper met mijn appel tegen de voorste dakbalk. De enkele druppels brandstof die ze dan besparen met een iets geringere luchtweerstandscoëfficiënt kunnen ze dan besteden aan een airco die krachtig genoeg is om het in zo een broeikas in de zomer leefbaar te houden.
Met mijn Benz uit 1983 was het niet gebeurt. Niet alleen zit ik daarin veel verder van de voorruit. Bij gebrek aan ABS waren de voorwielen bij zo sterk remmen geblokkeerd, zodat ze zich ingegraven hadden in de losse sneeuw, die als een muur welke vóór de wielen verrijst de wagen had gestopt.
Vaarwel, lieve Volvo. Ons samenzijn was mooi, maar helaas veel te kort. Ik kan genezen, jij helaas niet meer.
