Waarom gaan lichten boven voorrangsregels?
AR
6.2: "De verkeerstekens gaan boven de verkeersregels".
Een verkeerslicht is een verkeersteken. De voorrang van rechts daarentegen vloeit slechts voort uit een verkeersregel, namelijk AR
12.3.1.
Elders hadden we het er al is over gehad, als ik het kruispunt met groen oprijd, en ik geraak er niet tijdig over (er zijn veel manieren waarop dat kan zonder zelf een overtreding te doen) moet ik toch voorrang geven aan auto's die van rechts komen op dat kruispunt en ik kan mogelijks niet zien of die rood of groen hebben.
Je kan inderdaad op een kruispunt vast komen te staan zonder een overtreding te plegen. AR
14.2 verbiedt immers slechts een kruispunt op te rijden, zelfs indien de verkeerslichten het toestaan, wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat je waarschijnlijk op het kruispunt zou moeten stoppen en aldus het dwarsverkeer zou hinderen of beletten. Je begaat hiertegen dus slechts een overtreding als die waarschijnlijkheid zich voordoet (wat in vele gevallen geen vaststaand feit is) én je bovendien het dwarsverkeer hindert of belet.
Intussen kan de fase van de verkeerslichten veranderen, zodat het dwarsverkeer nu groen heeft.
Van voorrang van rechts is hier dan geen sprake: het verkeer wordt immers geregeld door verkeerslichten.
Ook uit hoofde van de verkeerslichten (
AR 61.1) ontstaat geen voorrangsregeling. Een rood licht of de stopstreep erbij mag je niet voorbijrijden; maar het verplicht je niet om, als je dat toch doet, voorrang te verlenen aan andere weggebruikers. Een groen licht mag je voorbijrijden, maar verleent je geen voorrang op andere weggebruikers, zoals bijvoorbeeld de verkeerstekens
B9 of B15.
Gezien deze rechtsonzekerheid bij een eventuele aanrijding, kan je dus best het dwarsverkeer dat nu groen licht heeft, laten voorgaan.