Farid rijdt met zijn VW-busje en gezinnetje (Fatima en negen schattige kinderen)
voor het eerst naar de Vlaamse kust.
In Bredene toegekomen bemerkt hij een plaatje met de tekst: 'Duinenweg'. 'Nonde, nonde!' sakkert Farid 'Duinen zijn weg!'
Even later merkt hij een plaatje met 'Strandweg' en daarna met 'Zeeweg'. 'Alles weg!' sakkert hij nogmaals.
'Wij dan maar beter teruggaan naar Borgerhout.'
Het begint al te schemeren als een poltiepatrouille Farid staande houdt op de autobaan. 'Uw rechter voorlicht brandt niet,'
meldt de agent.
'Lamp en licht ook weg!' sakkert de radeloze man.
'Geen nood,' zegt de agent. 'Drie kilometer verderop bevindt zich een benzinestation. Daar kunt u een nieuwe lamp laten
steken.'
Farid is opgelucht dat hij geen boete heeft gekregen. Even later arriveert hij bij het benzinestation en bemerkt een plaat met de tekst: 'Halogeenlampen'... (Halo geen lampen)