Ik zie een vaste zone 30 op de foto.
Dat is 30 procent meer dan in 2012 (66.684 pv’s) en 44 procent meer dan in 2011 (59.846), berichten de Sudpresse-kranten donderdag.
Het gaat om flitscontroles van zowel de lokale als de federale politie. Volgens Jean-Marie Brabant, korpschef van de Brusselse politiezone Montgomery
Mmmh Brussel ergens...
Ik vraag me af rond welke uren, welke dagen (weekend, woensdagnamiddag schoolvrij) en welke (vakantie) weken - maanden ze daar flitsen en dan op welke plaatsen.
Want tijdens het brengen en afhalen van de kinderen of tijdens het openen van de schoolpoorten moet het toch zo druk zijn dat flitsen helemaal niet loont...
Verder weeg ik eerste link af tegen deze link:
http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-gent/politie-kan-niet-flitsen-in-zone-30-a2052755/
GENT 17/09/2014
TOESTELLEN WERKEN NIET IN STRATEN MET BOCHTEN, AUTO'S, TRAMS EN VANGRAILS
Politie kan niet flitsen in zone 30
Gent is trots op zijn zone 30 en wil die ook steeds uitbreiden, maar nu blijkt dat een effectieve snelheidscontrole in die zone 30 zowat onmogelijk is.
[...]
Verder vraag ik me nog steeds af of het nut van de bepaalde-talrijke zone 30 ondertussen wel aangetoond is. En of ondertussen de schoolpoorten al verlegd zijn zodat er geen zone 30 meer hoeft langs redelijk drukke voorrangswegen, zelfs brede gewestwegen (tem 2+2 middenberm), in het buitenland bouwt men al vele jaren zo hun zone 30´s af (bvb Duitsland, links genoeg).
Een oude studie van uitgezochte schoolomgevingen over heel Limburg, ttz enkel in de nabijheid van (drukke) gewestwegen, toonde aan dat er daar niet meer ongevallen gebeuren dan andere (gewest)wegen in Limburg. Oeps de studie is online niet meer te vinden, tenzij op dit forum.
Dit stond in deze niet meer werkende link:
http://www.steunpuntmowverkeersveiligheid.be/modules/publications/store/81.pdfSamenvatting
Iedere schoolomgeving moet vanaf 1 september 2005 afgebakend worden als een zone 30. In deze Steunpuntnota wordt gepoogd om de nieuwe wetgeving te bekijken tegen de achtergrond van de bestaande kennis omtrent de objectieve verkeersonveiligheid in Vlaamse schoolomgevingen en de effecten op de verkeersveiligheid van de invoering van de zone 30 in Vlaanderen en Europa.
In een eerste deel wordt een beeld opgebouwd van de onveiligheid van schoolomgevingen in Vlaanderen. Hiertoe wordt dieper ingegaan op het begrip schoolomgeving in de wetgeving. Volgens de recentste regelgeving wordt hiermee de directe zone rond de schoolpoort bedoeld, die afgebakend wordt aan het begin en einde met specifieke borden, die zowel de schoolomgeving als de snelheidslimiet aanduiden.
Deze limiet kan met op een dynamische of permanente wijze aangeduid worden.
Daarna wordt een overzicht geboden van de verkeersonveiligheid van schoolgaande kinderen in Vlaanderen. De meeste verplaatsingen van kinderen gebeuren om naar school te gaan. Verplaatsingen naar school doen kinderen meer dan de helft te voet of met de fiets. Deze verplaatsingen zijn niet zonder gevaar. Uit ongevallencijfers blijkt dat te voet gaande en fietsende kinderen meer dan gemiddeld slachtoffer zijn bij ongevallen als men dit vergelijkt met andere bevolkingsgroepen en normeert per bevolkingsaantal.
Zowel het risico op een ongeval als op een ernstig ongeval is voor deze jonge zwakke weggebruikers opvallend hoog. Als men het tijdstip van de ongevallen bekijkt, blijkt dat fietsongevallen en ongevallen met voetgangers vooral tijdens begin- en einduren van school voorkomen.
Of deze ongevallen in de directe schoolomgeving gebeuren of op de route naar school, kan met de huidige gegevens niet berekend worden. Een case-study op Limburgse gegevens kan niet vaststellen of de directe schoolomgevingen significant onveiliger zijn.
...]
1.6.2 Selectie van de scholen
Omdat we enkel beschikken over ongevallen op gewestwegen, worden alleen scholen geselecteerd die ‘in de buurt’ liggen van een gewestweg. Dit ‘in de buurt liggen’ kan als volgt gedefinieerd worden.
De lokalisatie van de scholen in een GIS-omgeving is gebeurd op basis van het middelpunt van het perceel waarop de school zich bevindt. Uiteraard ligt de schoolpoort niet in het midden van dat perceel, maar aan één zijde.
De precieze locatie van de schoolpoort zelf is niet gekend. Men moet dus enerzijds rekening houden met de ‘gemiddelde afmetingen’ van een schoolperceel.
Daarnaast wordt voor het afbakenen van de zone 30 in schoolomgeving een zone gehanteerd van 100 tot 150 m van de schoolpoort. Voor het aanvragen van module 10 wordt de regel gehanteerd dat de schoolpoort binnen de 200 m van een gewestweg moet liggen.
Gezien de perceelsafmetingen en de regels voor het afbakenen van schoolomgeving en module 10, wordt hier geopteerd om de schoolomgeving te definiëren als de zone binnen een straal van 250 meter rond het punt dat de school lokaliseert.
Van de 336 scholen in Limburg, werden aldus 187 scholen geselecteerd die binnen een straal van 250 m van een gewestweg liggen. Deze scholen vormen de onderzoeksgroep.
...]
Op basis van de beschikbare cijfers kan men stellen dat de verdeling van de ongevallen in de geselecteerde schoolomgevingen nauwelijks afwijkt van de verdeling van de ongevallen over heel Limburg.
Op basis van de hierboven gevolgde methodiek en de beschikbare cijfers is het dus niet mogelijk om te stellen dat tijdens de schoolspits in de geselecteerde schoolomgevingen de verkeersonveiligheid hoger is dan in de rest van Limburg.
Given the recent data, it is not possible to detect whether these accidents with children occur on the route to school or in the smaller school zone near the school entrance. A case study with data from the province of Limburg could not conclude that school zones are significantly more dangerous than other places.
...
Zelfs 187 geselecteerde schoolomgevingen (
straal 250 m met school als middelpunt) waren niet genoeg...
