Wat is een goede voorbereiding ?
Uiteindelijk, is dat jouw persoonlijk werk. Het geeft chronologisch weer, WAT je aan de leerling gaat aanleren, HOE je dat gaat doen, en HOEVEEL TIJD je per item denkt nodig te hebben. Dat laatste is vooral bij theorie van belang. HOEVEEL TIJD, is voor een praktijkles altijd wat riskant.
Voor dat laatste een voorbeeldje, bij mijn brevet V. Ik heb leerlingen die na een dik anderhalf uur alle rijdende maneuvers beheersen met de combinatie B+E. En ik heb er andere, waarbij ik na verloop van tijd gewoon een rit openbare weg ga doen, omdat er nog te weinig vorderingen gemaakt worden. De leerling raakt dan vermoeid, gefrustreerd en 't zou alleen maar van kwaad naar erger gaan. Dan is het nodig om even te stoppen, en voor afwisseling te zorgen. Elke leerling is anders, en vraagt om een persoonlijke aanpak.
Ik kan je eigenlijk alleen maar de raad geven, om hier de nodige aandacht aan te besteden. Wat is de beginsituatie ? Wat kan mijn leerling al ? enz. Juryleden lezen je voorbereidingen na, en houden zich over 't algemeen wel aan datgene wat je noteert. Ze gaan je les zeker niet opzettelijk saboteren. Dus als je een goeie voorbereiding maakt, ben je al aardig op weg. En, die voorbereiding geeft trouwens ook al een eerste indruk. En die is écht belangrijk, net zoals bij een sollicitatie. Zit die goed, dan ben je half gewonnen. Hebben juryleden op 't eerste zicht maar een belabberde indruk, ga je al héél goed moeten doen om dàt nog recht te trekken. Je moet leerstof voor je gespeelde leerling voorzien voor ongeveer 30 minuten. Maar men laat je zelden zo lang les geven. Zodra de juryleden menen dat zij zich een beeld kunnen vormen over je les, wordt de les onderbroken.
Na de oefening op privaat terrein, moet je een rit op de openbare weg voorzien. Doorgaans is de opdracht: "Je leerling komt voor zijn laatste twee uren rijles uit een pakket van 20 uur. U geeft hem rijles, en gaat na of de leerling een bekwaamheidsattest verdient of niet". Jij moet een rit voorzien, waarin je genoeg variatie stopt. Variërende snelheidsregimes, bbk, zone 30, verhoogde inrichtingen, maar best ook een stuk waar de leerling aan een hogere snelheid kan/mag rijden (kan hij dat wel aan?), voorzie ook een stopbord, een plaats waar de verkeersborden de leerling een bepaalde richting verplichten, enz. Zorg ervoor, dat je de examenomgeving goed kent. En ga zéker de dag van je modelles ook na, of je de omloop die je in gedachten had, ook gaat kunnen rijden. Je wil het écht niet meemaken, dat je een stuk van je omloop niet kan rijden wegens een manifestatie, wegenwerken etc. En zorg er ook voor, dat zodra de juryleden je les stopzetten, je ook via de kortste weg terug naar het examencentrum kan geraken. Hoe beter je dus de wijde omgeving van het examencentrum kent, hoe beter. Let wel op: als de jury je zegt: "OK, we hebben genoeg gezien om uw les te beoordelen. We rijden terug naar het examencentrum", vergis je dan niet. Uitgangspunt blijft: je bent op weg met een leerling. Je moet dus "wakker" blijven tot de rit volledig afgewerkt is.
En vanaf dan, moet je je manier van lesgeven nog gaan verdedigen bij de jury.
DE manier van lesgeven, bestaat niet. Zorg ervoor, dat je je cursus vakdidactiek nog eens naleest. En dat je de principes die daarin uitgelegd worden, ook hanteert. Maar HOE je daar precies jouw persoonlijke invulling aan geeft, dat bepaal jijzelf uiteindelijk.
Volg daarom sowieso les met méérdere collega's dan alleen maar je mentor. Steel met je ogen en oren. Let wel op: vraag dat uiteraard. Niet elke collega, en ook niet elke leerling vindt het prettig als er ineens iemand op de achterbank mee les volgt. Al heb ikzelf daar nooit écht problemen mee ondervonden. Je collega's zijn immers allemaal zélf ooit ook stagiair geweest ....
Gaandeweg, pik je ideeën op, en ontwikkel je je eigen manier van lesgeven. En is het tijd voor het rollenspel (lesgeven aan een collega die leerling speelt). Nadien, ga je zelf aan de slag onder toezicht. Als je mentor meent, dat je in staat bent om gepast onderricht te geven en correct in te grijpen waar nodig, ga je zelfstandig aan de slag. Tegen die tijd, heb je ongetwijfeld al een eigen manier van lesgeven beginnen te ontwikkelen. En die manier van lesgeven, nu nog chronologisch op papier zetten, en ruimte voorzien voor persoonlijke evaluaties. En daarna: minstens even belangrijk. Zorg ervoor dat je in staat bent om jouw manier van lesgeven te verdedigen. Als je vragen krijgt: "Waarom doe je dat op die manier ?", zorg er dan voor dat je kort en bondig kan uitleggen welke voordelen je in jouw manier van lesgeven ziet. Krijg je vragen genre: "Waarom doe je dat niet op die manier ?", zorg er dan voor dat je kan uitleggen welke nadelen je daarin ondervonden hebt. En krijg je kritiek genre: "Dat vonden we niet relevant genoeg", zou ik je aanraden om braaf de jury gelijk te geven. Ruimte om erover te discussiëren is er ongetwijfeld achteraf nog wel. (ik bedoel maar: best niet meteen frontaal in de aanval gaan, als je kritiek zou krijgen).
Je wordt ondermeer ook nog beoordeeld op het feit of je je voorbereiding gevolgd hebt of niet. Als jouw manier van lesgeven gaat afwijken van datgene wat je op papier hebt staan, val je al snel door de mand. Daarom : werk niet met kant-en-klaar gemaakte pakketjes van lesvoorbereidingen die je links of rechts te pakken zou krijgen. Juryleden zijn ook niet van gisteren. Zij hebben al vaker met dit bijltje gehakt, en kennen de meeste standaard lesvoorbereidingen natuurlijk ook wel langzamerhand uit het hoofd. Ze waarderen het daarom nogal, als je met een voorbereiding aankomt waar zorg aan besteed is, en waaruit jouw persoonlijke aanpak naar voor komt. Een persoonlijke toets erin steken, kan dus het sumum zijn.
Tot slot. Iemand zei me ooit: "Every accomplishment starts with the simple decision to try". Deze gedacht is voor jou, Raf.
Succes ermee.