Om terug te keren naar het oorspronkelijke onderwerp gaat het er mijn inziens voornamelijk om om zoveel mogelijk autokonstrukteurs hier te houden/halen. De verkoop van nieuwe wagens zoveel mogelijk stimuleren, m.a.w. de economie stimuleren.
In mijn jonge jaren was het al een hele prestatie als je met een nieuwe wagen 5 jaar en 100.000 km kon afleggen. Nadien was de wagen ofwel versleten, ofwel verroest.
Later kwam de periode waarin je met een nieuwe wagen wel 300.000 km kon afleggen, maar hij na 5 jaar toch al begon te roesten.
Tegenwoordig is het niet meer uitzonderlijk als je met een nieuwe wagen 400.000 km kunt aflleggen en hij pas na 20 jaar ernstige roestproblemen begint te vertonen. Men verandert van wagen, niet omdat hij versleten is, maar omdat men wil tonen dat men het zich kan veroorloven, of omdat men van de alsmaar snellere vooruitgang in de technologie wil genieten. Bied mij een roestvrije Merdedes-Benz 240 D van de 123-reeks in goede staat aan voor 10.000 Euro (veel meer heeft hij nieuw niet gekost), en ik koop hem onmiddellijk.
Iedereen weet het: blijven herstellingen laten uitvoeren aan een oude wagen is nog altijd goedkoper dan het waardeverlies gedurende de 5 eerste jaren van een nieuwe wagen. En toch wil men die nieuwe wagen.
Je kunt voor pakweg 25.000 Euro een Rolls-Royce Silver Shadow van 1965 aankopen. Maar de werkplaatskosten zullen al vlug dat bedrag overschreden hebben. Toch zul je dan altijd nog ver beneden de huidige aanschafprijs van een Rolls-Royce zitten (pakweg 400.000 Euro).
Ja, de verkoop van nieuwe wagens stimuleren is ongetwijfeld een doelstelling. Een Mercedes-Benz van de 123-reeks was nog geen broeikas met sterk schuinliggende voor- en achterruit zoals de latere modellen. Hij had nog geen airco standaard, en verbruikte desondanks meer brandstof dan de huidige modellen. Maar het was nog een naar mensenmaat gecreëerde auto: je zat er niet op 20 cm van de bovenbalk van het dak.