In België bestaan er 4
rechtsbronnen:
- de wetten en hun koninklijke en ministeriële uitvoeringsbesluiten.
- de rechtspraak, waarbij de arresten van het hof van cassatie bindend zijn voor alle lagere rechtbanken.
- de rechtsleer, afkomstig van in een bepaald rechtsdomein hoog aangeschreven juristen.
- de gewoonte, bijvoorbeeld de gewoontes in een bepaalde streek bij het verpachten van landbouwgrond. Gewoonterecht komt in het verkeersrecht niet voor.
Wat de wetten betreft, dient men rekening te houden met de orde van de wetgeving. Bijvoorbeeld, indien ik met mijn auto een doorlopende witte streep overschrijd zonder andere verkeersdeelnemers daardoor in gevaaar te brengen omdat ik anders het aanrijden van een kind niet kan vermijden, dan heb ik voor die overtreding een zogenaamde grond van verschoning, omdat het veiligstellen van de integriteit van een mensenleven geacht wordt van hogere orde te zijn dan het naleven van de wegcode, en dien ik dan ook vrijgesproken te worden.Een aantal jaren geleden heeft het hof van cassatie zich uitgesproken over volgende situatie:
- een verkeersbord C43 met een snelheidsbeperking tot 70 km/h.
- even verder een verkeersbord F1a (begin van een bebouwde kom).
- nog verder het eerstkomende kruispunt na voornoemde verkeersborden.
Volgens de
wegcode mag er tot aan dat eerstkomende kruispunt tegen maximum 70 km/h gereden worden. De betekenis van een verkeersbord F1a beperkt zich immers tot het aangeven van het begin van een bebouwde kom. Het kan geen snelheidsbeperking inhouden, want het is een aanwijzingsbord, geen verbodsbord. De algemene snelheidsbeperking tot 50 km/h in de bebouwde kommen vloeit dan ook niet voort uit het verkeersbord F1, doch uit een verkeersregel vervat in artikel 11.1 van de wegcode. Aangezien volgens artikel 6.2 van de wegcode de verkeerstekens boven de verkeersregels gaan, gaat tussen voormeld verkeersbord C43 en het eerstvolgend kruispunt dit verkeersbord dus boven de verkeersregel van artikel 11.1.
Met een logica die geen enkel zinnig mens kan begrijpen, heeft het
hof van cassatie evenwel een arrest geveld waarin het stelt dat aan het verkeersbord F1a een snelheidsbeperking tot 50 km/h zou gekoppeld zijn, en deze nieuwe snelheidsbeperking derhalve die van het voorgaande verkeersbord C43 opheft, zodat er vanaf het verkeersbord F1a nog maximum 50 km/h mag gereden worden.
De vraag is nu wat er in het door svenn aangehaalde geval zou uitgesproken worden:
- een verkeersbord C43 met een snelheidsbeperking tot 30 km/h.
- even verder een verkeersbord F1a (begin van een bebouwde kom).
- nog verder het eerstkomende kruispunt na voornoemde verkeersborden.
Volgens de wegcode zou je vanaf dat verkeersbord C43 met een snelheidsbeperking tot 30 km/h tot aan het eerstvolgende kruispunt slechts tegen maximum 30 km/h mogen rijden.
Svenn zou de rechter er dan kunnen op wijzen dat,
naar analogie met voormeld arrest van het hof van cassatie, vanaf het verkeersbord F1a (begin van een bebouwde kom) de daaraan gekoppelde snelheidsbeperking van 50 km/h geldt. De rechter zal dan moeten oordelen of hij het al dan niet gegrond acht om deze analogie toe te passen in deze situatie.
Dit is nogmaals een voorbeeld van de ingewikkeldheid en rechtsonzekerheid die de Belgische verkeerswetgeving inhoudt. Zelfs als iemand perfect weet wat de wegcode in deze situaties inhoudt, slaat hij de bal mis als hij bovendien de rechtspraak niet kent. Want ook die word je verondersteld. Jij leest immers ook elke werkdag volledig het alsmaar dikkere Belgisch Staatsblad, toch?