Hou je maar vast, het aantal verkeersslachtoffers zal ik stijgen!
Die stijgt in feite al een tijdje bij fietsers maar of ze ooit allemaal - ook de enkelvoudige ongevallen, zonder autobetrokkenheid - , in de statistieken terecht gaan komen ?
In NL telt CBS.nl *zowat 50 fietsdoden/jaar extra bij (~ 25 % extra), bij de door de politie geregistreerde (BRON) fietsdoden...
http://www.swov.nl/rapport/r-2012-08.pdf vanaf p 57 (vb. 47 fietsdoden bijgeteld in 2009* door cbs)
Inleidende uitleg page 44
2.2. Verkeersdoden
2.2.1. Gegevensbron
Verkeersongevallen en de slachtoffers die daarbij vallen worden in principe geregistreerd in het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON) van de Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) dat wordt gevuld met gegevens van de politie. Het is bekend dat BRON voor dodelijke ongevallen redelijk compleet is.
...]
Informatie over de in BRON ontbrekende verkeersdoden komt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS stelt namelijk sinds 1996 jaarlijks op basis van de
zogeheten doodsoorzakenstatistiek, justitiële gegevens en BRON een nieuwe statistiek op met het aantal verkeersdoden op Nederlandse wegen.
Vis et al. (2011) hebben de totstandkoming deze statistiek uitgebreid beschreven.
Voor dit rapport is vooral de registratiegraad van fietsongevallen en -slachtoffers in BRON relevant3
. In Afbeelding 2.1 is de registratiegraad van verkeersdoden onder fietsers in BRON weergegeven. Ter vergelijking zijn ook de registratiegraden van enkele andere vervoerswijzen opgenomen. Het is duidelijk dat de registratiegraad van verkeersdoden als gevolg van een ongeval met de fiets het laagst is; vanaf 2004 heeft deze ook nog eens een sterk dalende trend ingezet. In 2009 was slechts 75% van de omgekomen fietsers in BRON geregistreerd.
In Be gebeurt dat ... (nog altijd) NIET. Bron BIVV ook FCVV, verleden jaar werd het via de krant De Morgen nog eens aan de kaak gesteld (link bestaat niet meer, enkel via
http://www.astronomie.be/rik.gheysens/fietshoorn/statistieken.htm
De Morgen, 26 mei 2012: Aantal verkeersongevallen veel hoger dan algemeen aangenomen
Volgens Sofie Van Damme van het BIVV wordt het aantal verkeersongevallen in België zwaar onderschat. Ieder jaar ontvangt het BIVV gegevens over 40.000 ongevallen. Die komen via de politie terecht bij de Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie. Het werkelijke slachtoffertol ligt echter veel hoger. 'Uit een studie blijkt dat ziekenhuizen 2,5 keer meer zwaargewonden rapporteren dan de politie', zegt Van Damme. Zelf schat het BIVV dat 40 procent van het aantal zwaargewonden ook daadwerkelijk in de officiële statistieken belandt. Bij fietser is dat amper 18 procent, omdat zij zelden verzekering of politie inschakelen.
Het ongevallenformulier dat de politie invult is meer dan 20 jaar oud en is dringend aan vernieuwing toe.
Het BIVV pleit daarom voor een centraal bestand waarin alle verkeersslachtoffers worden opgenomen.'Dat kan door de gegevens van ziekenhuizen, verzekeraars, politie en parketten aan elkaar te linken', zegt Van Damme..
2,5 meer zwaargewonden in ziekenhuizen (alle letsel-verkeersongevallen) is natuurlijk enorm, een verkeersdode is ook een dodelijk gewonde binnen 30 dagen na een ongeval... evenzo voor fietsers (zie link SWOV).
De BIVV geeft dat trouwens ook aan dat
NL en UK die cijfers wel aanpast:http://bivv.be/frontend/files/userfiles/files/themarapport-fietsers-2000-2007.pdf page 16.
Mate van onderregistratie
Een methode om te achterhalen hoe groot het probleem van onderregistratie is, is het
vergelijken van de officiële ongevallenstatistieken, geleverd door de politiediensten,
met de gegevens die de ziekenhuizen beschikken over de herkomst van de letsels van
hun patiënten. Alle algemene ziekenhuizen registreren voor elke ziekenhuisopname een
verplichte set van standaardgegevens, de zogenaamde Minimale Klinische Gegevens
(MKG). Deze MKG maken het mogelijk het aantal ziekenhuisopnames die te wijten zijn
aan een verkeersongeval te achterhalen (Lammar & Hens, 2004; Lammar, 2006). De
MKG zouden (afgezien van nog enkele methodologische problemen) zeer goed van
pas kunnen komen bij de analyse van verkeersongevallen en de daarmee gepaard
gaande verwondingen, en bij het uitstippelen van een verkeersveiligheidsbeleid
(Lammar & Hens, 2004). Omdat er in België echter geen unieke koppelvariabele tussen
het ongevallendatabestand en de ziekenhuisbestanden bestaat, zoals de naam van de
patiënt, blijft het moeilijk om de databestanden te vergelijken en de personen terug te
vinden die in de verschillende databanken gemeenschappelijk voorkomen. De wet tot
bescherming van de persoonlijke levenssfeer ligt aan de basis van het ontbreken van
zo een unieke koppelvariabele. In Groot-Brittannië en Nederland wordt dit probleem
opgelost door een nauwkeurige geselecteerde set van variabelen (bijvoorbeeld:
tijdstip/locatie van ongeval, geslacht, leeftijd, type weggebruiker enz) die in beide
bestanden voorkomen, te koppelen (Lammar & Hens, 2004). Naast de mogelijkheid om
ziekenhuisdatabanken en officiële ongevallendatabanken te vergelijken, bestaat ook
de mogelijkheid van vragenlijsten om de mate van onderregistratie te meten (nagaan
bij respondenten of zij reeds in een letselongeval betrokken zijn geweest en of de
politie ter plaatse is geweest).
http://www.fcvv.be/Docs/Groups/FCVV%20WG%20Kwetsbare%20weggebruikers%20DEF.pdf page 6 en 7.