Alleen vind ik het zo verdomd jammer dat een mens na een bepaalde leeftijd fysiek aftakelt.
Niet alleen fysiek, dikwijls ook mentaal, wat vaak niet minder ernstig is.
Mensen krijgen nu kwalen die ze vroeger niet zouden gehad hebben, omdat ze al eerder zouden gestorven zijn, terwijl de geneeskunde nu probeert hen langer in leven te houden.
In 1980 werd ik geopereerd door een chirurg die terecht een goede reputatie genoot, ook al was hij een kettingroker en aan de drank. Hij vertelde mij: "Voor mij is mijn levensduur niet belangrijk. Ik wil kunnen doen wat ik graag doe. En voor het geval het misloopt, heb ik altijd wel een tabletje op zak om er een einde aan te maken."
Ik wou dat ik ook zo een tabletje op zak had.
Tijdens mijn laatste bezoek aan mijn 25-jarige dochter op 23 februari 2002, toen ze al anderhalf jaar een zware lijdensweg doorgemaakt had en er geen uitzicht meer was op verbetering, zei ze mij: "Papa, ik weet dat je veel verdriet zult hebben als ik er niet meer ben, maar ik kan het leven echt niet meer aan." Ik heb toen heel veel moed nodig gehad om haar te antwoorden: "Ik begrijp jou, meisje, en niemand zal het jou kwalijk nemen." 3 dagen later heeft ze, toen ze weer een crisis doormaakte, niet meer de knop van het belletje ingedrukt, en is ze overleden.
Mijn 82-jarige vader schreef mij onlangs: "Ik ben nog niet geveld, maar eens komt de dag waarop ik van alle lijden zal verlost zijn." Ik begrijp hem.