Ik werkte vroeger bij ING op de Sint-Michielswarande in Etterbeek. Heel wat collega's kwamen zoals ik naar het werk langs de Brusselse Ring, die we moesten verlaten aan de aansluiting met de E40. Er was een groep die er een sport van maakte om zo lang mogelijk vóór die afrit op de derde (uiterst linkse) rijstrook te blijven rijden, ze wisten elkaar te zeggen tot aan welke lichtpaal op de middenberm ze op de linker rijstrook gebleven waren.
Een rechtstreekse collega van mij moest elke ochtend aan een kruispunt linksaf slaan. Er waren daar twee rijstroken om rechtdoor te rijden en één rijstrook om linksaf te slaan. Op laatstgenoemde rijstrook was het altijd een hele tijd aanschuiven geblazen. Op een dag had ik volgend gesprek met die collega:
- "Ik kan het mij niet veroorloven om mijn tijd te verliezen op die rijstrook om linksaf te slaan. Ik rijd op een rijstrook om rechtdoor te rijden tot aan het kruispunt."
- "En hoe sla je dan naar links af?"
- "Ach, er is altijd wel een onnozelaar die me ertussen laat."
- "Dat is niet bepaald wat je hoffelijk en sociaal rijgedrag noemt."
- (lacht mij uit) "Maar Jozef, dat bestaat toch niet, op de weg geldt toch alleen maar de wet van de jungle."
- "Wat als iedereen zoals jij zou rijden?"
- "Juist omdat de meesten dat niet doen, kan ik het mij veroorloven."
Het waren natuurlijk dikwijls dezelfde mensen die zich daar ontmoetten, en een aantal van dezen zullen haar trukje na een tijdje wel doorgehad hebben. Dat worden dan mensen die er niemand meer tussen laten, ook niet de buitenlander die de weg niet weet en zich vergist heeft.