Het niet-reglementair gebruik van de richtingsaanwijzers is dikwijls de aanleiding tot heel wat hinder en ergernis, en geregeld ook tot ongevallen.
Ik meen hierin volgende gevallen te kunnen onderscheiden:
- De richtingsaanwijzers worden te vroeg aangestoken. Voorbeeld: een bestuurder wil een parkeerplaats verlaten, ontsteekt zijn richtingsaanwijzers, heeft zijn voorwielen reeds naar de rijbaan toe gedraaid, en heeft de parkeerplaats ook al gedeeltelijk verlaten. Hij kan rekenen op een geluidssignaal van mij, omdat ik op dat ogenblik over geen enkele aanwijzing meer beschik dat hij mij wel gezien heeft, en ik het derhalve nodig acht om hem te waarschuwen voor een onmiddellijk gevaar voor een ongeval. De reactie is meestal een geluidssignaal van de betrokken bestuurder, die totaal niet lijkt te beseffen dat hij verkeerstechnisch verkeerd gehandeld heeft.
- De richtingsaanwijzers worden niet, zoals voorgeschreven, tijdig aangestoken om het voornemen tot een richtingsverandering aan te geven, maar pas op het ogenblik dat deze laatste plaatsheeft. Voorbeeld: op het ogenblik dat ik op het punt sta een vrachtwagen in te halen, ontsteekt hij reeds zijn linker richtingsaanwijzers, met de bedoeling na mij van rijstrook te veranderen. Ik dien er evenwel rekening mee te houden dat hij misschien nog vóór mij van rijstrook zal veranderen, en dien bijgevolg sterk af te remmen.
- De richtingsaanwijzers worden niet gedurende de volledige zijdelings verplaatsing gebruikt.
Vele moderne wagens zijn uitgerust met een inrichting waardoor het kortstondig aantippen van de schakelaar voor de richtingsaanwijzers resulteert in het dire maal knipperen van de richtingsaanwijzers. Dit kan voldoende zijn om bijvoorbeeld uit te wijken voor een fiets, maar zeker niet om volledig van rijstrook te veranderen.
De enige weggebruikers die in dit opzciht bijna altijd aan hun verplichting voldoen, zijn de vrachtwagenbestuurders.
- De richtingsaanwijzers worden niet tijdig uitgeschakeld.
Voorbeeld: een vrachtwagenbestuurder is aan het inhalen op de middenrijstrook, maar zijn linker richtingsaanwijzers zijn nog in werking. Ook hij mag, teneinde een ongeval te vermijden, op een geluidssignaal van mij rekenen als ik hem wil inhalen op de linker rijstrook.
- De richtingsaanwijzers worden slechts gebruikt om onrechtmatig doorgang af te dwingen bij het veranderen van rijstrook.
Dit is niets minder dan een vorm van verkeersagressie, en de betrokkenen kunnen dan meestal ook rekenen op felle reacties.[/list]
Ik heb de indruk dat dit een typisch Belgisch probleem is, het is mij in Nederland of Duitsland nooit opgevallen, het kan natuurlijk ook dat ik er nu meer oog voor heb.
Ik meen dat ik dikwijls genoeg in Duitsland rijd om mij hierover een mening te kunnen vormen.
Wat ik vaststel, is dat het op de Duitse autosnelwegen telkens weer naar de knoppen is zodra er een aantal wagens met een Belgisch of Nederlands kenteken tussen rijden.
Een bestuurder met een Nederlands kenteken wijkt in Duitsland, net even goed als een bestuurder met een Belgisch kenteken, gezapig tegen 130 km/h naar de linker rijstrook uit om een vrachtwagen in te halen op het ogenblik dat ik daar tegen 200 km/h kom aangereden, en daardoor vol in de remmen moet.
Zo zie je maar wat voor risico's het inhoudt dat Duitsland verplicht is het Belgisch en Nederlands rijbewijs te erkennen, terwijl vele Belgische en Nederlandse bestuurders totaal niet geschikt of bereid zijn om veilig te rijden in Duitsland.
Hoe kunnen we dit probleem oplossen? Zou een sensibiliseringscampagne helpen?
...
Dat politieagenten hiervoor meer zouden moeten verbaliseren (en wat minder voor hoge snelheid), dat lijkt mij evident maar is het haalbaar?
Neen, een sensibiliseringscampagne zal hier maar bitter weinig aan verhelpen. De doorsnee Belg reageert alleen maar op hoge boetes en een hoge pakkans.
En ja, dat politieagenten hiervoor meer zouden moeten verbaliseren, lijkt me haalbaar. Als ze, in plaats van op de middenberm te gaan staan om snelheidsovertredingen te flitsen, zich met met een anonieme wagen in het verkeer zouden begeven, kan elke politieagent op een halve dag voldoende PV's opstellen om ruimschoots zijn maandlooon te dekken. Maar op de middenberm valt er meer en gemakkelijker binnen te rijven. Verkeersveiligheid is in werkelijkheid de laatste zorg van de Belgische overheid.
Meer beboeten oftewel beboeten tous courd zou beter zijn maar dan zitten we weer met het probleem van de bewijslast.
Richtingaanwijzer opgezet is richtingaanwijzer opgezet.
Bewijs maar eens of dat op tijd en stond gebeurd.
Dat is geen enkel probleem. Elke politieman of -vrouw beschikt over een appreciatierecht nopens de opportuniteit om al dan niet een PV op te stellen inzake overtredingen (de laagste graad van misdrijven, vóór wanbedrijven zoals diefstal en misdaden zoals moord), en zijn of haar vaststellingen zijn rechtsgeldig, behoudens formeel bewijs van het tegendeel.