Beste Rudi,
Ik ga eerst even ingaan op wat jij een "permanent misdrijf" noemt en de rechter "eenheid van misdrijf".
1ste voorbeeld: je parkeert zonder geldige reden op de "pechstrook" (gelijkgrondse berm) van de autosnelweg. Dat kan je natuurlijk onmogelijk doen zonder eerst te vertragen, waarbij je snelheid op een bepaald ogenblik zonder geldige reden minder dan 70 km/h zal bedragen. Daarom kan je voor deze laatste overtreding niet nog eens een extra boete krijgen. Maar het staat de rechter vrij om te kiezen welke van beide overtredingen hij weerhoudt, wat een rol speelt wanneer de ene overtreding zwaarder is dan de andere.
2de voorbeeld: je parkeert 30 minuten onfagebroken op een trottoir. Je kon daar uiteraard na 30 minuten niet in overtreding staan, als je dat ook al niet deed na 1, 2, 3, enz. minuten. Dus kun je daarvoor maar één boete krijgen.
Nu de snelheidsovertredingen.
1ste voorbeeld (louter theortisch): je wordt op een autosnelweg tegen 250 km/h geflitst en 10 meter verder tegen 245 km/h. Ook hier is er "eenheid van misdrijf". Als je ergens tegen 240 km/h rijdt, kan je immers onmogelijk 10 meter verder al niet sneller dan 128 km/h (120 km/h plus 6% tolerantie) meer rijden.
2de voorbeeld: je rijdt op een autosnelweg constant tegen 250 km/h. Je wordt een eerste keer geflitst, en 10 km verderop nog eens. Dit zijn twee overtredingen, hier is er geen sprake van eenheid van misdrijf. Je overtreding op de ene plaats hield immers niet noodzakelijkerwijze je overtreding op de andere plaats in.
3de voorbeeld: een bevoegd persoon rijdt met een wagen met een geijkte kilometerteller over een voldoende afstand achter jou met dezelfde snelheid als jij, en stelt daarbij vast dat je constant tegen 180 km/h rijdt. Je krijgt hiervoor maar één bestraffing, ook als die bevoegd persoon dat 50 km aan één stuk vaststelt.
4de voorbeeld: het begint zoals in het 3de voorbeeld. Op een parking ga je even een plasje doen, en je rijdt vervolgens weer tegen 180 km/h op de autosnelweg. Weldra haal je daardoor voormeld bevoegd persoon in. Hij versnelt en voert opnieuw dezelfde procedure uit, waarbij hij vaststelt dat je weer tegen 180 km/h rijdt. Dit is een tweede overtreding.
5de voorbeeld: op een traject waarop trajectcontrole uitgevoerd wordt, rijd je nu eens tegen 180 km/h, dan weer tegen 70 km/h, maar uiteindelijk is jouw gemiddelde snelheid niet hoger dan 128 km/h. Je kan geen boete krijgen voor overdreven snelheid.
Het doel van die repetitieve controles is uiteraard louter lucratief. Het gaat erom de bestuurders te verrassen die bijvoorbeeld op de E17 van Gent naar Antwerpen rijden, ter hoogte van Sint-Niklaas geflitst worden, en er dan van uitgaan dat er vervolgens vóór Antwerpen wel geen controle meer zal plaatsvinden: repetitief kassa-kassa.
Er zijn met die overtalrijke snelheidscontroles in België naar mijn gevoel twee dingen mis.
Ten eerste: de bestraffing hangt enkel af van de mate waarin je de maximum toegestane snelheid overschreden hebt. Er wordt geen rekening gehouden met de gerechtvaardigdheid van de plaatselijke snelheidsbeperking, noch met het al dan niet opleveren van hinder of gevaar voor andere weggebruikers.
Ten tweede: de overdreven nadruk die op snelheidsovertredingen gelegd wordt, staat in schril contrast met het schrijnende tekort op andere gevaarlijke overtredingen. Je wordt bestraft als je tegen 130 km/h geflitst wordt op 100 meter achter je voorligger, maar niet als je tegen 120 km/h op 5 meter achter je voorligger rijdt (en dit is maar één voorbeeld).
Het maakt duidelijk dat het financieel gewin voor de overheid veel belangrijker is dan een eerlijke behartiging van de verkeersveiligheid.
Verkeersongevallen zijn immers ook financieel interessant voor de overheid.
De lichamelijke en materiële schade wordt niet door de overheid, maar door de verzekeraars gedragen.
Deze schade leidt tot loonkosten, welke voor de overheid inkomstenbelastingen en sociale zekerheidsbijdragen opleveren.
Ze leidt tevens tot leveringen van goederen (auto-onderdelen of een nieuwe auto) welke de overheid heel wat geld opbrengen (BTW, inschrijvingstaks, enz.).
Daar komt nog de inkomstenbelasting bij van de ondernemingen die de schade herstellen of een nieuwe auto leveren.
Voor dodelijke slachtoffers hoeven geen pensioen, en op hoge leeftijd geen hoge ziektekosten meer betaald te worden.