In de stad zouden ze al helemaal de verlichting kunnen verminderen met minstens 2/3de, zonder overdrijven.
Misschien in sommige stadsgedeelten. Maar een stad heeft ook andere functies dan wonen. Niemand vindt het gezellig of veilig om uit te gaan in slecht verlichte stadsbuurten, en dat uitgangsleven begint nu veel later dan in mijn jongere jaren. Laat staan dat er iemand bijvoorbeeld vóór Kerstmis zou gaan winkelen in een stad waar, naast de royale verlichting van de winkels, de straten niet feestelijk verlicht zijn.
Niet dat ik persoonlijk daarom van de stad zou houden, integendeel. Ik woon op 8 km van het centrum van Antwerpen, maar ga er al vele jaren niet meer winkelen. Dat doe ik 25 km verder in het Wijnegem shopping center. Daar ben ik sneller dan in het stadscentrum, vind ik gratis parkeerplaats, en alle winkels onder één dak. Langs de gewestwegen in de Antwerpse Kempen liggen zeer vele winkels die ook op zondag geopend zijn. Gaan we naar de bioscoop, dan is het ook al jaren niet meer in de stad, maar in het even buiten de stad gelegen Metropolis. Ook weer omdat we er sneller geraken, gratis parking vinden, en in één gebouw een hele reeks comfortabele bioscoopzalen aantreffen.
Uitgaan in onze Heimat in de Alpen heeft dan weer een heel andere dimensie. Je gaat er naar een Gaststätte, waar om 19:00 of 20:00 u. een orkest een gezellige Heimatabend inleidt. Na een lekkere en goedkope maaltijd kun je er dansen. Het orkest stop stipt om 22:00 of 23:00 u. Dan rijd je naar huis langs onverlichte bergwegen, waar de rotsen en in de winter de sneeuw juist zo mooi zijn in het licht van de auto. Als je thuiskomt, is het overal stil. De bewoners die niet uitgegaan zijn, liggen al lang in hun bed (de ouderen al van 20:15 u., na het Duitse televisiejournaal, de jongeren tussen 21:00 en 22:00 u.). Maar de volgende ochtend zijn ze om 5:00 u. alweer op, en als het geen zon- of feestdag is, rijden de landbouwtractoren om 6:00 u. al rond.