Hof van Verbreking 5/10/1988: "De verplichting voor de bestuurder om voorrang te verlenen is een algemene verplichting die geldt zolang de rijbeweging duurt en geen verband houdt met het rijgedrag van de voorranghebbende bestuurder, voor zover diens nadering geen niet te voorziene hindernis oplevert." Dit betekent dus dat de bestuurder op de rotonde van rijstrook mag veranderen en dan alleen rekening moet houden met de andere bestuurders, die ook op de rotonde rijden; t.o.v. die bestuurders zal hij inderdaad een manoeuver uitvoeren en is 12.4 van toepassing. Echter, t.o.v. de voorrangsplichtige bestuurder voert hij/zij geen manoeuver uit. Deze laatste kan evenmin voorhouden dat de nadering van de bestuurder op de rotonde niet te voorzien zou geweest zijn. Immers is het normaal dat deze voorrangsgerechtigde zijn normale plaats aan de rechterkant van de rijbaan terug zou kunnen innemen.