Zwakke weggebruikers
De overheid levert totaal onvoldoende inspanningen om ervoor te zorgen dat er geen meerderheid van zwakke weggebruikers meer van overtuigd is dat ze altijd en overal voorrang hebben.
Mede daartoe bijgedragen heeft de invoering gehad van begrippen zoals "woonerf", "erf", "speelstraat", "zone 30", "straat", "vakantiezone" en "fietsstraat": openbare plaatsen waar de zwakke weggebruikers alsmaar minder moeten rekening houden met motorvoertuigen.
Verder is er ook, net als bij de automobilisten, de verwatering van het begrip "voorrang verlenen". Velen vergeten dat, als een automobilist die voorrang heeft, nog maar zijn gaspedaal moet loslaten om een ongeval te vermijden, je hem al geen voorrang meer gegeven hebt.
Bussen
Een lijnbus kan vrijwel even kort stoppen als een personenwagen (en als ze leeg is zelfs korter). Maar ik weet van een kozijn die bij de MIVB met een bus rijdt, dat de bestuurders opdracht hebben om, als ze in hun recht zijn, geen noodstop uit te voeren (behalve tegenover een vrachtwagen of een tram), maar prioriteit te geven aan het uitblijven van slachtoffers onder de reizigers door geen noodstop uit te voeren.
Met andere woorden: wals hem plat, die weggebruiker die zich eens vergist heeft, liever dan een gebroken arm doordat er iemand die in de bus rechtstaat en zich niet vasthoudt, ten val komt.
Trams
Als spoorvoertuig hebben ze een veel langere remweg dan voertuigen die op de rijbaan rijden.
Gelukkig geloven velen het fabeltje dat de tram altijd voorrang heeft.
Treinen
Zwakke weggebruikers komen vrijwel dagelijks op rijbanen, onder meer om over te steken.
Met treinen is dat anders. Die rijden waar niet daartoe bevoegde personen moeten wegblijven. Behalve dan op de overwegen. Het is voor mij nog altijd onbegrijpelijk dat (behalve de zelfmoordgevallen) mensen zo roekeloos kunnen zijn om een overweg over te steken met twee rode knipperlichten, een belsignaal en gesloten slagbomen, want tegen een trein heb je geen schijn van kans.
Herinneren we ons het ongeval waarbij kort geleden een meisje gegrepen werd door een trein, en er als bij wonder heelhuids vanaf kwam. De ouders waren daarna verontwaardigd omdat ze schadevergoeding moesten betalen aan de NMBS. Met een dergelijke mentaliteit zullen ze er niet in slagen om hun dochter ervan te overtuigen zulke dwaasheid niet meer uit te halen.
Hier in de streek is kort geleden een jongen verongelukt die op een goederenwagon gekropen was en met zijn hoofd te dicht bij de bovenleiding gekomen is. Kunnen ouders hun kinderen dan niet leren dat spelen op inrichtingen van de spoorwegen een absolute no go is?