Ik begrijp deze uitspraak niet.
Een verbalisant, een beëdigd persoon, bevestigt in een authentieke akte, een proces-verbaal, dat beschuldigde een mobiel telefoontoestel in de hand hield. Als hij binnen de voorgeschreven termijn een kopie van dat PV verzendt naar de titularis van de kentekenplaat, heeft zijn PV een bijzondere bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Maar hoe zou iemand kunnen bewijzen dat hij geen mobiel telefoontoestel in de hand hield?
Meent de rechter dat het PV in twijfel dient getrokken te worden, dan moet de verbalisant daarvoor gestraft worden. In zijn PV dient de verbalisant zich immers te beperken tot de materiële gegevens die hij persoonlijk met zekerheid vastgesteld heeft.
In ieder geval heb ik op de wegen niet de indruk dat de verhoging tot 100 Euro van de boete voor het in de hand houden van een mobiel telefoontoestel de betrokken wegpiraten ook maar enigszins ontmoedigd heeft. Ook hier zou een rijbewijs met punten wellicht meer resultaat opleveren. Daarmee straf je niet de eenmalige zondaar, maar wel de onverbeterlijke die-hards.