ALS JE DEZE TEKST WIL LEZEN DOE HET DAN RUSTIG. ELK WOORD IS VAN BELANG OM TOT DE EINDCONCLUSIE TE KOMEN.
Inazuma
Doorzetter
Figurant in schimmenspelle Re: Gebruik van richtingaanwijzers op voorrangsweg
« Antwoord #25 Gepost op: Gisteren om 20:34 »
--------------------------------------------------------------------------------
Citaat van: mazda op Woensdag 26 November 2008 - 16:06:28 (CET)
Het blauwe onderbord kan niet alleen gebruikt worden gezien het een onderbord is.
_______________________________________________________________________________ _______________________________
Je moet maar eens kijken, dat wordt geregeld op zichzelf gebruikt ...
Of wordt apart geplaatst van de voorrangsborden waar het bij hoort.
( zie punt 8 en 9 hieronder)
_______________________________________________________________________________ ____________________________________________________
wooter
Expert
Re: Gebruik van richtingaanwijzers op voorrangsweg
« Antwoord #23 Gepost op: Gisteren om 08:36 »
Vooral dit valt me op:
Citaat_________________________________________________________________________ _____________________________
Als er geen bocht of andere infrastructuur duidelijk het verloop weergeven en er zijn ook geen wegmarkeringen aangebracht die het verloop vd rijbaan bepalen moet je niet pinken om rechtdoor te rijden en de weg te volgen zelfs al verlaat je het voorrangstraject.
Je moet dan wel pinken als je rechts of links gaat zelfs al volg je het voorrangstraject.
_______________________________________________________________________________ _____________________________
En dat is dus onzin. Richting aangeven moet je doen als je een richtingsverandering doet, en een richtingsverandering doe je enkel als je afslaat van het normale verloop van de (voorrangs)weg, ook al betekent dat dat je rechtdoor rijdt.
_______________________________________________________________________________ ______________________________
zie uiteenzetting hieronder: het klopt als je (voorrangs) weglaat : "een richtingsverandering doe je als je afslaat vh normale verloop de Weg" (met rijbaan)
_(zie allerlaatste zin )_______________________________________________________________________________ _________________________________________________
Er zijn een aantal dingen die verkeerd begrepen worden door het verschil in taalgebruik.
We spreken nu alleen over de Belgische nederlandstalige wegcode en plaatsingsvoorwaarden.
1 de term voorrangsweg wordt alleen gebruikt als deze aangegeven is door een bord B9.
2 de term voorrang wordt gebruikt als er een B15 staat. (voorrang enkel en alleen op dat kruispunt waar het bord staat, we spreken niet van voorrangsweg, hoofdbaan of hoofdas)
3 voor beiden B9 en B15 geldt het woord tracé in de uitleg van het blauwe onderbord wat het vervolg vd voorrang (voorrangstracé)aangeeft op dat bewuste kruispunt. (niet het vervolg van de voorrangsweg in het geval van B15)
4 Het bord B9 staat aan het begin vd voorrangsweg, na het kruispunt, en deze weg blijft over de ganse lengte voorrangsweg tot het bord B11 er een einde aan stelt.
5 Het bord B15 staat in tegenstelling tot het bord B9 net voor het kruispunt.
6 ondergeschikte wegen die uitkomen op een weg met B9 of B15 hebben een B1 of B5. (behalve aardeweg)
7 Het blauwe onderbord dat het tracé en de ondergeschikte wegen aangeeft mag geplaatst worden onder B1 B5 B9 B15.
8 Het bord B9 mag voor de duidelijkheid herhaald worden voor het kruispunt.(zie wettekst na punt11)
9 Wanneer het blauwe onderbord (tracé)gebruikt wordt op een voorrangsweg moet men een bijkomende B9 plaatsen voor het kruispunt met het blauwe onderbord.
Het onderbord alleen kan niet geplaatst worden. Sommige wegbeheerders gaan er van uit dat de B9 aan het begin of na het vorige kruispunt voldoende is
en plaatsen dan alleen het blauwe onderbord.
10 de algemene voorrang aan rechts word vervangen door borden B9 B15 (B1 B5) wanneer dit voor de vlotheid vh verkeer vereist is. art 8.10 plaatsingsvoorwaarden.(zie wettekst na punt 11 art 8.1O)
11 DE LIJN heeft afspraken met de overheid dat buslijnen zoveel als mogelijk in voorrang gelegd worden, voor de vlotheid van het openbaar vervoer.
Op wegen waar bussen rijden zie je dan ook geregeld borden B15 die kruispunt na kruispunt de voorrang regelen. (niet te verwarren met voorrangsweg)
wettekst: bij punt 8
8.5. Verkeersbord B9. Voorrangsweg.
1° Dit verkeersbord wordt geplaatst bij het begin van de voorrangsweg en herhaald na elk kruispunt.
Indien de plaatsgesteldheid het rechtvaardigt, mag bovendien een identiek verkeersbord geplaatst worden vóór of op het kruispunt.
wettekst : bij punt 1O
8.10 De verkeersborden B1, B5, B9 en B15 mogen slechts geplaatst worden wanneer wegens de aard en de dichtheid van het verkeer het behoud van de voorrang van rechts de vlotheid van het verkeer zou tegenwerken.
12 weg
Een weg is een smalle strook van het land of van het oppervlakte van kunstmatige structuur, bijvoorbeeld een dijk of een brug, dat gebruikt en geschikt gemaakt is voor het wegverkeer. Wegen zijn meestal verhard om de begaanbaarheid voor voertuigen te verbeteren of mogelijk te maken. Wegen zijn een belangrijk onderdeel van de verkeersinfrastructuur. Met wegen wordt meestal gedoeld op openbare wegen, zo ook in de rest van dit artikel.
Historie
Wegen bestonden al lang voordat de mensheid op aarde ontstond. Immers ook dieren vormden paden en routes naar voedsel en drinkplaatsen. De simpelste vorm van een weg is dan ook een platgetreden stuk grond dat met regelmaat wordt belopen door mens of dier.
Pas met de opkomst van het autoverkeer hebben er grote ontwikkelingen aan het ontwerp van wegen plaatsgevonden.
Een weg bestaat uit één of meer rijbanen waarop het verkeer wordt afgewikkeld. Een rijbaan bestaat op haar beurt weer uit een of meer rijstroken (soms ook een vlucht- of pechstrook en een fietsstrook), die met belijning van elkaar zijn gescheiden. Naast de rijbanen bestaat de weg uit een berm, waarnaast voor de afwatering soms een bermsloot is aangebracht.
Vaak zijn langs wegen trottoirs en/of fietspaden aangebracht. Dit zijn officieel geen rijbanen, maar ze maken meestal wel deel uit van dezelfde weg.
Een rijstrook is per definitie breed genoeg voor een vierwielig voertuig. Vaak is er een fietsstrook, maar die is meestal te smal om 'rijstrook' genoemd te worden.
13 bocht
De bochten in de zogenaamde oude wegen zijn hoofdzakelijk ontstaan door fysieke omstandigheden, zoals het mijden van minder begaanbare plaatsen.
14 rijbaan
2.1. "Rijbaan" : het deel van de openbare weg dat voor het voertuigenverkeer in het algemeen is ingericht.
15 rijstrook
2.2. "Rijstrook" : elk deel van een rijbaan die in haar langsrichting verdeeld is door:
a) één of meer witte doorlopende of onderbroken strepen. Deze strepen mogen beter zichtbaar gemaakt worden door retro-reflecterende middelen;
b) voorlopige markeringen die bestaan uit :
- hetzij oranje doorlopende of onderbroken strepen;
- hetzij doorlopende of onderbroken strepen gevormd door oranje spijkers.
16 plaatsingsvoorwaarden bord VIII
8.11 Wanneer een weg waarop verkeersborden B9 vóór of op het kruispunt of verkeersborden B15 zijn aangebracht, op een kruispunt afbuigt en zijn continuïteit niet duidelijk uitkomt, dan moet zijn tracé op het kruispunt worden aangeduid op een onderbord van het type VIII van bijlage 2 tot dit besluit, dat onder deze verkeersborden geplaatst wordt.
Hetzelfde onderbord wordt geplaatst onder de verkeersborden B1 en B5 op de andere wegen die op het kruispunt uitkomen.
Conclusie:
Om een onderbord type VIII te kunnen plaatsen moet " de weg" reeds afbuigen op het kruispunt.(zie hierboven punt 16 art 8.11 plaatsingsvoorwaarden : TEN EERSTE :wanneer een weg op een kruispunt afbuigt en zijn continuiteit niet duidelijk uitkomt, TEN TWEEDE dan moet zijn tracé worden ...)
Afbuigen is een bocht maken.
Als er door ongelukkig toeval andere wegen in die bocht samenkomen (een kruispunt vormen)en er verwarring zou kunnen ontstaan (voor bestuurders die komen aangereden ) over wat het vervolg vd weg is, en als deze weg in voorrang ligt door het gebruik van de borden B15 of B9,
dan alleen mag men het onderbord type VIII plaatsen.
A Voor alle duidelijkheid kan men de infrastructuur aanpassen om het verloop vd weg duidelijker te maken.
B Men kan ook wegmarkeringen aanbrengen die rijstroken vormen waardoor het verloop vd weg duidelijker wordt.
C De lijnen vd rijstroken worden in de langsrichting van de rijbaan aangebracht. (ziepunt 15 hierboven)
D De rijbaan is het voor voertuigen ingerichte deel vd weg. (rijbaan is deel van weg, rijstrook is deel van rijbaan)
E Het vervolg vd eigenlijke weg, met of zonder rijbaan, met of zonder rijstroken, bepaalt of het bord VIII moet geplaatst worden.
F het bord VIII bepaalt niet hoe de weg loopt, in tegenstelling tot wat vele wegbeheeders denken.
Je moet dus eerst een weg hebben die afbuigt,op een kruispunt, waarop zijwegen uitkomen in die afbuiging.
Het onderbord wordt door de wegbeheerder op vele plaatsen misbruikt om de bestaande weg te laten afbuigen.
In de Belgische plaatsingsvoorwaarden is dit niet voorzien.
Doordat deze combinatie van borden niet alleen gebruikt wordt waar ze in eerste instantie voor bedoeld is,( het aangeven van de continuiteit van dezelfde weg ingeval van eventuele onduidelijkheid) krijg je problemen met de vraag of het nu wel of niet over een richtingsverandering gaat?
Rijstroken kunnen kunstmatig de rijbaan in een bocht leggen gezien deze in de langsrichting ve weg worden aangebracht.
Het aanbrengen van rijstroken is sterk aan te raden wanneer de wegbeheerder deze combinatie van borden fout gebruikt, zoals op zovele plaatsen in Vlaanderen. Het is een mogelijk lapmiddel op de fouten vd wegbeheerders ( men misbruikt dit bord op "gewone kruispunten" waar de wegen geen bocht maken)
Het bord gebruiken om de eigenlijke "weg" te verleggen (te doen afslaan)is niet de bedoeling.
Deze combinatie van borden regelt de voorrang op een kruispunt en niet de richtingsverandering die ontstaat door misbruik.
Ik zou ontelbare foto s kunnen maken met hoe het wel moet.
Ik zou bijna evenveel foto s kunnen maken met hoe het niet mag.
Deze combinatie van B1 B5 B15 B9 en onderbord VIII staan bij de borden betreffende de voorrang en hebben niets met een richtingsverandering te zien.
Bijgevolg moet je de richtingaanwijzer niet gebruiken als je de eigenlijke, oorspronkelijke weg volgt, omdat je dan niet van richting verandert.
Deze eigenlijke weg loopt niet altijd samen met het voorrangstracé, gezien de ongelukkige toestanden die de Belgische wegbeheerder creeert.