Bij noodremming op droog wegdek (rekenend met 7,5 m/s² remvertraging) krijgt men dan voor personenwagens volgende remafstanden (remspoorlengtes) en volgende stopafstanden in functie van de aanvankelijke snelheid van de personenwagen :
Kijk voor de stopafstand naar het 2 de cijfer.
snelheid
1ste cijfer :remafstand
(remspoorlengte)
2 e cijfer : stopafstand (met 1 sek.
reactietijd)
10 km/u = 2,78 m/s
0,5 m
3,3 m
20 km/u = 5,55 m/s
2,0 m
7,6 m
30 km/u = 8,33 m/s
4,6 m
13,0 m
40 km/u = 11,11 m/s
8,2 m
19,4 m
50 km/u = 13,89 m/s
12,9 m
26,8 m
60 km/u = 16,70 m/s
18,5 m
35,2 m
70 km/u = 19,44 m/s
25,2 m
44,7 m
80 km/u = 22,22 m/s
32,9 m
55,1 m
90 km/u = 25,00 m/s
41,7 m
66,7 m
100 km/u = 27,70 m/s
51,5 m
79,0 m
110 km/u = 30,50 m/s
62,2 m
92,7 m
120 km/u = 33,30 m/s
74,0 m
107,4 m
130 km/u = 36,10 m/s
87,0 m
123,0 m
140 km/u = 38,89 m/s
100,8 m
140,0 m
150 km/u = 41,70 m/s
115,7 m
157,4 m
Wat ik al de ganse tijd wil aantonen is, dat voetgangers die zich plots in de richting van de oversteekplaats draaien (begeven door van richting te veranderen), of onvoorzien ergens vandaan komen onmogelijk kunnen rekenen op absolute voorrang vanwege de in de onmiddellijke nabijheid aankomende voorrangsplichtige bestuurder.
Want dan zou elke bestuurder bij elke oversteekplaats bijna moeten stilstaan gezien de stopafstanden (zie tabel hierboven droog wegdek)
Beseft die onvoorziene voetganger wel dat op een weg waar 70 gereden mag worden en waar een voertuig tegen 70 komt aangereden op 40 m van de oversteekplaats bij droog weer niet meer gestopt geraakt?
Daarom zou in zulke situaties de voorrang verleend moeten worden alvorens er gebruik van te maken.