tja, inderdaad; zolang er niets beweegt is er geen probleem natuurlijk door heel dicht bij de kant te rijden waar je wél zicht hebt, daar je dan weet dat je de andere kant sowieso plaats genoeg hebt.
Ik heb al te vaak spiegels en bumpers zien sneuvelen, waarbij het excuus achteraf luidde "Jamaar, ineens staat daar een boom". Alsof die boom ineens uit de lucht kwam gevallen. Neen, die boom staat daar al méér dan vijftig jaar. Maar hij wordt pas zichtbaar vanaf een bepaald punt, én op voorwaarde dat de bestuurder àl z'n spiegels
blijft controleren.
Doe mij daarom maar een bestuurder die àl z'n spiegels voortdurend blijft controleren. Een bestuurder die ten allen tijde wil weten wat er zich voor hem, achter hem, en aan beide kanten naast hem bevindt, én wat er daar allemaal gebeurt.
Dan veronderstel je natuurlijk ook dat iedereen het verstand heeft om niet in de baan van een achteruitrijdend voertuig te komen.
Oei, geloof me vrij, dat is in ons landje een wel héél gevaarlijke veronderstelling.
Spiegels is beter, maar in die tijd hadden veel auto's nog geen rechter buitenspiegel !
Vandaag de dag gelukkig wél. Dus waarom zouden we er dan geen gebruik van maken ?
Inderdaad, een gokspelletje op dat (examen-)moment.
Nu kiest men de verplichte doorgangspunten, en de vooraf gevraagde controles dmv lot-trekking. Bij inschrijving wordt er aan de kandidaat gevraagd een cijfer van 1 tot 10 te geven. Dat cijfer is dan bepalend, en verschijnt ook op de examen-uitslag.
Maar ... finaal .... denk ik dat de examinator toch z'n eigen ding kan doen als hij wil. Hoe ga je immers achteraf als kandidaat of begeleider nog kunnen controleren welke doorgangspunten en vooraf gevraagde controles er die examenrit hoorden bij het cijfer dat je vooraf aan het loket gegeven hebt ?
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20170216_02733919?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_term=nieuwsblad&utm_content=article&utm_campaign=seeding
Wat de examinator er na de proef over denkt: “Je hebt even met de voorbanden de boordsteen geraakt. Dat mag absoluut niet en levert een “slecht” op.
Klopt niet! Je mag de boordsteen zacht raken of aftasten... Op of over de boordsteen rijden, levert 'slecht' op.
Inderdaad, die bedenking had ik mij ook al gemaakt. Zachtjes raken mag zeker.
Maar als ik de beelden zie, kan ik mij toch niet van de indruk ontdoen dat hij met zijn rechterwiel toch héél eventjes OP de boordsteen gereden is. Ik vermoed eerder dat het gewoon in het artikel verkeerd verwoord geweest is.
"Een loting kiest twee van de zes maneuvers uit waarop je zal beoordeeld worden." Goed zo. Achteraf in de praktijk kun je immers ook altijd kiezen welk maneuver je gaat uitvoeren, of niet soms?
Het is niet écht zo dat je zélf kan kiezen. Je geeft bij inschrijving een nummer, dat bepalend zal zijn. De kandidaat moet ze dus allemaal beheersen, aangezien hij vooraf niet kan weten welke 2 van de 6 er hem gevraagd zullen worden.
(dat is althans toch het uitgangspunt).
Wat is een vloeiende beweging? Als ik voortdurend van de linker naar de rechter kant en omgekeerd rijdt, en daarbij mooie S-vormige bewegingen maak, is dat toch vloeiender dan wanneer ik recht achteruit rijd?
Ik vergelijk eventjes met het huidige examen categorie C. Sommige kandidaten hebben de neiging om 2 meter achteruit te rijden en te stoppen, weer 2 meter achteruit rijden en nog 's stoppen, enz. Dat is hetgeen men wil vermijden.
Met een tot aan het dak volgeladen break of een gesloten aanhangwagen heb je ook nu nog aan de binnnenspiegel niet veel.
Ik denk dat we allebei wel weten dat er aan de lading die we vervoeren, een aantal regels verbonden zijn :
Artikel 45. Lading van de voertuigen : algemene voorschriften
45.1. De lading van een voertuig moet zodanig geschikt zijn dat ze bij normale wegomstandigheden :1° de zichtbaarheid van de bestuurder niet kan hinderen;2° geen gevaar voor de bestuurder, de vervoerde personen en de andere weggebruikers kan vormen;
3° geen schade kan veroorzaken aan de openbare weg, zijn aanhorigheden, aan de erin liggende kunstwerken of aan de openbare of privé-eigendommen;
4° niet op de openbare weg kan slepen of vallen;
5° de stabiliteit van het voertuig niet in het gedrang kan brengen;
6° de lichten, de reflectoren en het inschrijvingsnummer niet onzichtbaar kan maken.