Ik begrijp vlug als men het mij langzaam uitlegt. Graag probeer ik het op mijn manier dus : in een straat (van A naar B) laat men het parkeren alleen toe in de richting (A-B).
Er zijn geen markeringen en er zijn verhoogde voetpaden langs iedere kant. De boordstenen zijn nogal hoog zodat de stoep oprijden kostelijk kan zijn.
Door dit parkeren toe te laten is de rest van de straat te smal om auto en SUV/bestelwagen te laten kruisen. Volgens mij hebben de bestuurders van B naar A voorrang. Zij hebben geen geparkeerde auto's rechts van hen.
Die van A naar B moeten voorrang verlenen zou ik denken (op basis van 15-2.??) maar is die aaneengesloten rij van geparkeerde wagens wel een hindernis, of moet ik semantisch eerder "of door de aanwezigheid van andere weggebruikers" als verantwoording voor art 15 2 inroepen.
Terloops : merken jullie ook op hoe dikwijls B19/B21 op hun kop (omgedraaid) worden geplaatst? Groetjes.
Waarom laat men specifiek het parkeren toe? Omdat de overblijvende rijbaan eigenlijk te smal is om twee voertuigen te laten kruisen?
Of is er een parkeerverbod aan één kant van de weg?
B naar A hebben voorrang.
Maar......
Hoe komt dat de weg niet breed genoeg is om twee voetuigen, zelfs bussen of vrachtwagens te laten kruisen?
Een volledig aaneengesloten rij geparkeerde voertuigen vormt geen hindernis als er plaats genoeg overblijft om te kruisen.
Als er geen plaats genoeg overblijft zijn de geparkeerde voertuigen in overtreding behalve als men er specifiek het parkeren toelaat.
Stel dat er geparkeerde voertuigen in overtreding staan in een aaneengesloten rij dan zal het er vanaf hangen of de bestuurders van A naar B bij het inrijden van de smalle doorgang de problemen/tegenligger konden voorzien of niet.
Zoniet kan je aan de bestuurder van A naar B niets verwijten ondanks geen voorrang en moet de vraag gesteld worden of bestuurders van B naar A konden voorzien dat bestuurders van A naar B hen niet konden opmerken alvorens de smalle doorgang in te rijden.
Indien beiden geconfronteerd worden en geen van beiden kon voorzien met als eertse instantie de bestuurders die van A naar B rijden en in tweede instantie de bestuurders die van B naar A rijden zullen juridisch gezien de bestuurders die de voertuigen aan hun kant hebben staan van A naar B dus voor een oplossing moeten zorgen.
Uitgesloten met correct wegbeheer.
Begrijp vlug als men langaam uitlegt.
B19/21 op zijn kop is inderdaad veel voorkomend.
Ik zou er niet van verschieten als binnenkort het rode licht onderaan en het groene bovenaan staat op sommige kpt.