het maakt niet uit of de vrachtwagen beweegt.
Deze uitspraak bewijst dat je niet weet waarover je spreekt...
Dit hadden we al snel door...
Alle andere plaatsen zijn zichtbaar en dus is de chauffeur in meer of mindere mate verantwoordelijk bij ongeval. Waarmee ik natuurlijk niemand vrijgeleide geef om in een moeilijk zichtbare of dode hoek te gaan staan of rijden want er zijn uiteraard nog een boel andere faktoren die meespelen.
Het lot tarten zou ik iemand anders nog mezelf niet aandoen.
De discussie gaat hem niet over de zichtbare plaatsen voor de vrachtwagenbestuurder, Bibi, maar om de dodehoeksvelden. En hier is de naderingssnelheid zelfs zeer belangrijk. Wanneer een vrachtwagenbestuurder zijn manouvre aanvat en in beweging is, dat er plots een bromfietser, voetganger of fietser opduikt die alsnog poogt om voor de vrachtwagen zijn weg te vervolgen. En dit gebeurt maar al te vaak. Niet elke brofietsbestuurder rijd aan de maximum toegelaten snelheid. In zulke situaties is er dan ook geen spraak meer over enige aansprakelijkheid of gedeelde aansprakelijkheid lastens de vrachtwagenbestuurder.
En hier komt nu een belangrijke formulering dat in het verslag van ongevalonderzoek wordt vermeld, luidende : "De bestuurder reed zijn voertuig aan zulke hoge snelheid, dat de normale verwachtingen van de andere (vrachtwagen)bestuurder hierdoor verijdelt werd".
Verwijzend naar het ongeval dat ik reeds aanhaalde:
De vrachtwagen heeft een dodehoekspiegel bevestigd op de binnenkant van de rechter voorste dakstaander. De fietser was op dat moment en bij die onderlinge positie van de betrokkenen niet waarneembaar voor de vrachtwagenbestuurder, ook niet in de dodehoekspiegel. De toepassing van de dodehoekspiegel is ook niet in overeenstemming met de toepassing van fietsersassen aan kruispunten, waarmee men de fietsers "vooruit" brengt t.o.v. de vrachtwagen. Want daarmee brengt men ze ook buiten het gezichtsveld van die "dodehoekspiegel".
We kunnen zeggen dat de huidige fietsersassen, op het wegdek geschilderd aan kruispunten met verkeerslichten, (art. 77.7 Verkeersreglement) terzake een zeer nuttig veiligheidsinstrument kunnen genoemd worden met betrekking tot het risico op dode-hoek-ongevallen. Slechts dan bijdragen tot de betere waarneembaarheid van de fietsers doorheen de voorruit van vrachtwagens, wanneer de vrachtwagenbestuurders bij rood effectief stoppen
vóór de dichtste stopstreep en niet in het sas plaats nemen.
In zulke situaties staan de fietsers opnieuw grotendeels verborgen in de dode zone onder de voorruit van de vrachtwagen. Bij ongevallen tussen fietsers en vrachtwagens aan dergelijke kruispunten dient dus navraag gedaan aan ooggetuigen of de vrachtwagen niet tot in het fietsersas was gaan staan.
Belangrijk is ook te weten hoe lang de vrachtwagen stond te wachten aan de verkeerslichten. Dit kan overigens blijken uit de tachoschijf. Immers, indien de vrachtwagen zelf maar zeer korte tijd moest wachten aan de lichten, is de kans zeer groot dat hij later dan de fietser aankwam aan de lichten, minstens pas kort voor de lichten de fietser inhaalde. In dit geval kon de vrachtwagenbestuurder op de hoogte zijn van de aanwezigheid van de fietser.
Daarbij stelt zich ook de vraag langs waar de fietser onder de vrachtwagen terecht kwam. Dit gebeurt niet altijd door een contact met de rechterflank van de rechts afslaande vrachtwagen. Bij evenveel ongevallen verdwijnt de fietser langs voor onder de vrachtwagen omdat de fietser achteraan door het frontvlak van de vrachtwagen wordt aangestoten en dan valt vlak vóór de vrachtwagen. Het is inderdaad dat vooral bij ongevallen aan verkeerslichten, waarbij vrachtwagen en fietser uit stilstand vertrekken, de fietser meestal iets sneller is in de start en op deze wijze vóór de vrachtwagen komt. Al snel wordt de fietser echter door de optrekkende vrachtwagen ingehaald.
De vrachtwagenbestuurder kan een fietser, die vlak voor zijn cabine rijdt, niet opmerken. Er is juist vóór de cabine onder de voorruit en aan de rechter voorhoek immers een belangrijke dode zone in het gezichtsveld van de bestuurder zoals u, en terecht zelfs, beschreef, Bibi.
Om te kijken langs waar een slachtoffer onder de vrachtwagen verdween, gaat men de rechterflank en het frontvlak inspecteren op wrijfsporen. Maar vooral inspectie van de onderzijde van de vrachtwagen kan ons veel leren. Wanneer men al wrijfsporen bemerkt in de modder en stof op de onderzijde van de voorbumper of van de voortrein, mag men aannemen dat het slachtoffer langs voor onder de vrachtwagen belandde.